Installation Instructions
GalaXy 16/16plus V3.00 
Installateurshandleiding 
RIO 
 16.225 / 24-5-2002 11:40-3 
11
5. Verschillende modules 
In dit hoofdstuk worden de diverse modules uit 
de GalaXy serie behandeld. De volgende 
modules komen aan de orde: RIO, PSU, Smart 
PSU, Printerinterface, RS-232 interface en 
bediendeel. 
5.1  De RIO 
De RIO is een uitbreidingsmodule en kan op de 
GalaXy 16 en 16plus worden aangesloten. 
Iedere RIO breidt het systeem uit met 8 zone-
ingangen en 4 uitgangen. 
Figuur 1: RIO print 
5.1.1  Adresseren 
Het adres van de RIO in het systeem moet 
worden ingesteld op 1 voordat deze wordt 
aangesloten op de voedingsspanning. Het adres 
wordt ingesteld met de 16-standen 
draaischakelaar (SW1).  
Het adres van de RIO en de bediendelen 
worden door de GalaXy alarmmeldcentrale apart 
behandeld en mogen dus gelijk zijn aan elkaar.  
5.1.2  Het aansluiten 
De RIO kan alleen worden toegevoegd aan het 
GalaXy systeem als het systeem in de 
installateursmode staat. De GalaXy RIO wordt 
parallel aangesloten op de communicatielijn in 
Daisy chain configuratie (zie figuur  Figuur 3: 
Adreslijn en voeding op pagina 22) 
De GalaXy RIO heeft een voedingsspanning 
van 12VDC (tolerantie 10,5 - 16,0 VDC) en 50 
mA nodig. Dit kan geleverd worden uit de PSU 
van de alarmmeldcentrale, of uit een externe 
PSU als de kabellengte een te grote 
spanningsval tot gevolg heeft. 
NOOT:  De GalaXy Smart PSU kan in de 
plaats van een GalaXy RIO worden 
toegepast. 
Sluit de GalaXy RIO als volgt aan: 
+  12VDC van PSU, andere module of 
externe PSU 
-  0VDC van PSU, andere module of 
externe PSU 
A  Van aansluitklem A van vorige module in 
de communicatielijn of van de 
alarmmeldcentrale als de RIO de eerste 
in de lijn is. 
B  Van aansluitklem B van vorige module in 
de communicatielijn of van de 
alarmmeldcentrale als de RIO de eerste 
in de lijn is. 
NOOT:  Als de GalaXy RIO de laatste module 
in de communicatielijn is moet er een 
680Ω weerstand tussen aansluitklem 
A en B geplaatst worden. 
5.1.3  Configureren 
Een toegevoegde RIO wordt pas in het systeem 
opgenomen als de installateursmode verlaten 
wordt. Op het LCD van het bediendeel verschijnt 
de tekst 
Dit geeft aan dat het systeem heeft herkend dat 
er een module is toegevoegd. 
Gebruik de [esc]-toets om te bevestigen dat de 
RIO is toegevoegd. Als de boodschap niet op 
het scherm verschijnt dan communiceert de RIO 
niet met de alarmmeldcentrale.  
De rode LED (LED1) op de RIO geeft de status 
aan van de communicatie met de alarm-
meldcentrale. De knipperverhouding van de LED 
met de betekenis is weergegeven in Tabel 5-1. 
Knipperverhouding  Betekenis 
0,1 AAN / 0,9 UIT  Normale communicatie 
UIT  Geen voedingsspanning 
1,5 AAN / 1,5 UIT 
RIO is niet gec
onfigureerd in het 










