Operation Manual
Controle- en foutmeldingen die door controlelampjes of in het display worden aangegeven:
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Het controlelampje "Vergren-
deld" begint te knipperen na-
dat het apparaat is ingescha-
keld
De afsluitfunctie is geactiveerd.
Het programma kan niet wor-
den gestart.
Zie hoofdstuk: "Elektronische
afsluitfunctie".
Het controlelampje "Vergren-
deld" brandt tijdens het droog-
programma
Dat is geen storing. Het controlelampje gaat aan het
einde van het programma uit.
Het controlelampje "Kreukbe-
veiliging" begint te knipperen
Temperaturen die duidelijk be-
neden het vriespunt liggen heb-
ben een negatief effect op de
werking van het apparaat.
Condenswater kan bevriezen
en het apparaat beschadigen.
Plaats het apparaat in een
warmere ruimte.
Begint het controlelampje weer
te knipperen, is er sprake van
een technisch defect.
Neem contact op met de TD.
Het controlelampje "Reservoir
legen" brandt
Het condenswaterreservoir is
vol.
Giet het condenswaterreservoir
leeg.
Controleer of het reservoir goed
op zijn plaats zit.
Het controlelampje "Reservoir
legen" brandt terwijl het water
extern wordt afgevoerd
Er zijn problemen met de exter-
ne afvoer.
Zie paragraaf: "Externe afvoer
condenswater".
Het controlelampje "Filter /
Condensor" brandt
De pluizenfilters zijn verstopt.
– Schakel de droogautomaat
met de j k - toets uit.
– Reinig de pluizenfilters iede-
re keer nadat u de
droogauto-
maat heeft gebruikt.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud".
De condensor kan verstopt ra-
ken wanneer hij vrij lange tijd
niet is gereinigd.
– Schakel de droogautomaat
met de j k - toets uit.
– Reinig de condensor van tijd
tot tijd.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud".
De droogautomaat is te weinig
beladen.
Gebruik voor een gunstig ener-
gieverbruik altijd de maximale be-
ladingscapacteit.
Nuttige tips
32