Operation Manual
51BP A3 Plus
NL
 Er is een pauze van 15 seconden tussen de metingen 
(15 seconden zijn adequaat volgens «Blood Pressure Monito-
ring, 2001, 6:145-147» voor oscillometrische bloeddrukmeters). 
Het aftellen toont de resterende tijd.
De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk 
zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.
 Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
 Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan 
wordt een vierde automatisch genomen.
3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten.
3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt 
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt 
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm 
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten 
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt 
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
 Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
 Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is 
geplaatst.
 De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient 
op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
 Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
 Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan, 
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de 
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het 
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool 
BT
 op het scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische AO en de diastolische AP 
bloeddruk en de hartslagfrequentie AQ wordt weergegeven. 
Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige 
weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na 
ongeveer. 1 min.).
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven 
in het display houdt u de AAN/UIT knop 
1
 ingedrukt totdat de «
M
» 
BO
 in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop 
AT
, 
dan wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door 
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel 
hoog is, kan het gunstig zijn de druk individueel in te 
stellen. Druk op de AAN/UIT knop nadat de monitor is opge-
pompt tot een niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de 
display). Hou de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg 
boven de verwachte waarde – laat dan de knop los. 
4. Weergave van de pols aritmie indicator voor 
vroegtijdige detectie
Dit symbool BM geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de 
polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan 
het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de 
meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. 
Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer 
per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts 
te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien:
5. Verkeerslichtindicatie in de weergave
De gekleurde lijn aan de linkerkant van het display AR toont de 
range waarin de gemeten waarden liggen. Afhankelijk van de 
uitgelezen waarde optimaal (groen), verhoogd (geel), te hoog 
(oranje) of gevaarlijke hoog (rood) geeft het de overeenkomende 
Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige 
weergave van de aritmie indicator
Dit apparaat is een oscillometrische automatische bloeddrukmeter 
die tevens onregelmatigheid in de hartslagfrequentie registreert. 
Dit apparaat is klinisch gevalideerd.
Het aritmie symbool wordt weergegeven na de meting, als er een 
onregelmatigheid in de polsslag tijdens het meten is geregistreerd. 
Als het symbool vaker verschijnt (bijv. verschillende malen per 
week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt 
medisch advies in te winnen.
Dit apparaat vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om 
onregelmatigheden in de polsslag in een vroeg stadium te 
ontdekken.










