Operation Manual

5.6. Onderbreking van de meting
Wanneer u om een of andere reden de meting moet onder-
breken (bijvoorbeeld wanneer u zich niet lekker voelt),
drukt u snel op het decompressieventiel van het peertje.
5.7. Memoriseren van de laatste meting
De meter memoriseert de meetresultaten opgeslagen in
het geheugen tot u een volgende meting uitvoert of de
batterijen vervangt. U kan deze waarden oproepen door
gedurende ongeveer 3 seconden op de toets te duwen en
deze toets los te laten wanneer op het scherm enkel MR
verschijnt.
6. Foutmeldingen/problemen over de werking van het toestel
Wanneer tijdens de meting een fout gebeurt, wordt de
meting onderbroken en verschijnt de overeenstemmende
foutmelding op het scherm (bijvoorbeeld : err 1).
Nummer van de fout Mogelijke oorzaak
ERR 1
De systolische druk werd bepaald maar vervolgens is de druk in de manchet onder
20 mmHg gedaald. Deze situatie kan zich voordoen wanneer bijvoorbeeld de
manchetslang is losgekomen na de meting van de systolische bloeddruk. Andere
mogelijke oorzaak: er werd geen hartslag waargenomen.
ERR 2 De druk is onder 20 mmHg gedaald zonder dat de meting kon worden uitgevoerd.
Het decompressieventiel werd tijdens de meting geactiveerd.
ERR 5 De meetresultaten geven een onaanvaardbaar verschil aan systolische en diastolis-
che bloeddruk. Voer zorgvuldig nog een meting uit met nachtneming van de vol-
gende richtlijnen. Raadpleeg een arts als u ongebruikelijke metingen blijft krijgen.
HI De druk in de manchet is te hoog ( boven 300 mmHg) OF de polsslag is te hoog
(boven 200slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.*
LO De polsslag is te laag (lager dan 40 slagen per minuut). Herhaal de meting.*
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt.
Andere mogelijke fouten en oplossingen
Wanneer zich tijdens de meting een probleem voordoet, gaat u volgende punten na en treft u, indien nodig,
de gepaste maatregelen :
44
M
R
3 sec.