Operation Manual

1. INLEIDING
1.1. Eigenschappen van uw BP 3AC1-2
Uw bloeddrukmeter BP 3AC1-2 is een volledig automatische, digitale bloeddrukmeter met geïntegreerde
MAM-technologie voor gebruik op de bovenarm. Deze monitor maakt een erg snelle en betrouwbare meting
mogelijk van de systolische en diastolische bloeddruk evenals uw hartslag door middel van de
oscillometrische methode.
Dit toestel is erg gemakkelijk in het gebruik en klinische studies hebben uitgewezen dat het bijzonder
accuraat is. Het grote display maakt het eenvoudig om de operationele status en de manchetdruk tijdens
een meting te visualiseren.
Gelieve voor gebruik aandachtig de gebruikershandleiding te lezen en bewaar deze op een veilige plaats.
Elektromagnetische interferentie :
Het toestel bevat gevoelige elektronische elementen (micro-computer). Het mag dus niet in de directe
omgeving komen van sterke elektrische of elektromagnetische velden (vb. draagbare telefoons,
microgolfoven). Dit kan de precisie van de bloeddrukmeter tijdelijk beïnvloeden.
2. BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DE BLOEDDRUK EN HET METEN ERVAN
2.1. Hoe wordt hoge/lage bloeddruk veroorzaakt?
De bloeddrukwaarde wordt bepaald door een deel van de hersenen, het cardiovasculair centrum genoemd,
en verandert door reacties die via het centrale zenuwstelsel gaan.
Om de bloeddruk te regelen, worden de sterkte van de hartslag en de frequentie ervan (de polsslag) evenals
de diameter van de bloedvaten gewijzigd. Deze wijziging gebeurt door fijne spieren in de wanden van de
bloedvaten.
Het niveau van de arteriële bloeddruk verandert periodiek tijdens de hartactiviteit : wanneer het bloed
wordt «geëjecteerd» (systole), heeft men een maximumwaarde (systolische druk), aan het einde van de
«ontspanningsfase» van het hart (diastole) heeft men een minimumwaarde (diastolische druk).
Om bepaalde ziekten te voorkomen, moeten de waarden voor de bloeddruk binnen bepaalde, normale
marges liggen.
2.2. Welke waarden zijn normaal?
Tabel met bloeddrukwaarden (meeteenheid mmHg) :
Systolische bloeddruk Diastolische bloeddruk Te nemen maatregelen
Hypotensie lager dan 100 lager dan 60 Medische controle
Normale bloeddruk tussen 100 en 140 tussen 60 en 90 Persoonlijke controle
Normaal hoog tussen 140 en 160 tussen 90 en 100 Medische controle
Lichte hypertensie tussen 160 en 180 tussen 100 en 110 Medische consultatie
Matige hypertensiee hoger dan 180 hoger dan 180 Dringende Medische
consultatie
62