Specifications

34
8. Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander
probleem vaker optreedt.
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
9. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel
zoals in dit boekje beschreven. De fabrikant kan niet aanspra-
kelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuiste
toepassing.
Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedienings-
condities beschreven in de «Technische specificaties» paragraaf
in acht!
Bescherm het tegen:
- water en vochtigheid
- extreme temperaturen
- schokken en laten vallen
- vervuiling en stof
- direct zonlicht
- warmte en kou
De manchetten zijn gevoelig en moeten met zorgvuldigheid
worden behandeld.
Alleen de manchet oppompen wanneer hij is aangebracht.
Gebruik het apparaat niet dicht in de buurt van sterke elektro-
magnetische velden zoals mobiele telefoons of radioinstallaties.
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het bescha-
digd is of wanneer u iets ongebruikelijks constateert.
Open het apparaat nooit.
Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt.
Apparaatonderhoud
Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek.
Nauwkeurigheidstest
Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te
laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem
a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene
functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord).
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«
ERR 1
» Signaal te
zwak
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de
meting.*
«
ERR 2
» Foutmelding
Tijdens het meten zijn er fouten
ontstaan, door bijvoorbeeld een bewe-
ging of samentrekking van een spier.
Herhaal de meting terwijl u uw arm stil
houdt.
«
ERR 3
»
Geen juiste
drukopbouw
in de
manchet
Een adequate druk kan niet in de
manchet worden geproduceerd. Er kan
een lek in het manchet zijn. Controleer
of de manchet goed is aangesloten en
niet te los om de arm zit. Vervang de
batterijen indien nodig. Herhaal de
meting.
«
ERR 5
» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«
HI
»
Hartslag of
manchet-
druk te hoog
De druk in de manchet is te hoog
(boven 300 mmHg) OF de hartslagfre-
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«
LO
» Polsslag te
laag
De hartslagfrequentie is te laag (minder
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*