User manual

3.7.1 ISP programmering
In-System programming gebruikt de interne SPI (seriële perifere interface) van de AVR om een
code te downloaden naar het Flash en EEPROM geheugen van de AVR. Voor ISP programmering
zijn alleen V
CC
, GND, RESET en drie signaallijnen nodig voor het programmeren. Alle AVR appa-
raten behalve AT90C8534, ATiny10, ATiny11 en ATiny28 kunnen ISP geprogrammeerd worden.
De AVR kan geprogrammeerd worden met het normale werkvoltage, normaalgesproken 2.7V –
6,0V. Er zijn geen hoogspanningssignalen nodig. De ISP programmeur kan zowel de interne Flash
als de EEPROM programmeren. Hij kan ook fuse bits programmeren om voor de meeste appara-
ten klokopties, start -up tijd en interne “brown-out” detector (BOD) te kiezen.
Hoogspanningsprogrammering kan ook apparaten programmeren die niet ondersteund worden
door ISP programmering. Sommige apparaten hebben hoogspanningsprogrammering nodig om
bepaalde fuse bits te programmeren. Zie het hoofdstuk over hoogspanningsprogrammering op
pagina 3 - 10 voor instructies over hoe u hoogspanningsprogrammering moet gebruiken.
Omdat de programmeringinterface van onderdeel tot onderdeel op verschillende pins wordt ge-
plaatst, worden er drie programmeringaansluitingen gebruikt om de programmeringsignalen naar
de juiste pins te leiden. Een 6-draads kabel is meegeleverd om de ISP signalen te verbinden met
de doel -ISP aansluiting. Er worden een kleurcode – en nummersysteem gebruikt om uit te leggen
welke doel -ISP aansluiting wordt gebruikt voor elke sokkel.
Tijdens de ISP programmering moet de 6-draads kabel steeds verbonden zijn met de aansluiting
gemarkeerd met “ISP6PIN”. Als u apparaten in de blauwe sokkels programmeert, verbindt u het
andere eind van de kabel met de blauwe SPROG1 doel -ISP aansluiting. Als u apparaten in de
groene sokkels programmeert, verbindt u het andere eind van de kabel met de groene SPROG2
doel -ISP aansluiting. En als u apparaten in de rode sokkels programmeert, gebruikt u de rode
SPROG3 doel –ISP aansluiting. Tabel 3 2 laat zien welke sokkels passen bij welk AVR appa-
raat, en welke SPROG doel –ISP aansluiting gebruikt moet worden voor ISP programmering.
De 6-draads kabels moeten rechtstreeks vanaf de ISP6PIN aansluiting verbonden worden met de
juiste SPROG doel –ISP aansluiting. De kabel mag niet verdraaid worden. Een gekleurde draad
op de kabel geeft pin 1 aan. Zorg ervoor dat deze wordt verbonden met pin 1 van elk van de aan-
sluitingen.
Als u 8-pins apparaten programmeert, dient u op het volgende te letten:Pin 1 wordt bij sommige
apparaten zowel als RESET en als PB5 gebruikt (ATiny11, ATiny12 en ATiny15). Pin 1 op de 8-
pins sokkels SCKT3400D1 en SCKT3400D1 worden verbonden met PB5. Het RESET signaal dat
wordt gebruikt tijdens de ISP programmering is daardoor niet verbonden met PB5. Dit signaal
moet verbonden worden door een draad te plaatsen tussen RST en de PORTE aansluiting en
PB5 op de PORTB aansluiting.