User Manual
125
Om de kortst mogelijke flitsduur te bereiken
kunt u het deelvermogen op de minimale
waarde van 1/256 instellen.
De max. mogelijke flitsfrequentie (f) hangt af
van het ingestelde deelvermogen (P).
Het instellen van de flitsfunctie
• Schakel de flitser met de toets in.
Het opstartscherm verschijnt.
De flitser schakelt altijd in met de het laatst
gebruikte flitsfunctie.
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
sensortoetsen van de aangegeven flits-
functie, tot de aanduiding voor het kiezen
van de functie verschijnt.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toetsen en kies uit.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets .
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets, bijv. .
• Tip de ontspanknop op de camera even
aan, zodat er een uitwisseling van gege-
vens tussen camera en flitser ontstaat.
M
STROBO
STROBO
Aantal flitsen (N) instellen
• Druk in het aanraakscherm op de sensorto-
ets voor het aantal flitsen .
• Druk in het aanraakscherm op de sensorto-
etsen en kies het gewenste aan-
tal flitsen.
Het max. mogelijke aantal flitsen (N) hangt
af van het ingestelde deelvermogen (P).
• Druk in het aanraakscherm op de sensorto-
ets voor het gewenste aantal flitsen, in het
voorbeeld .
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
N
4
+
0.6- 7.2 m
F 5,6
M-
Zoom 35
m
m
ETTL
i
EV
MODE
O
q
p
M
STROBO
REMOTE MASTER
3.1m
M-
Zoom 35
m
m
STROBO
i
P
1/8
f(Hz) 5N 5
2,2m
M-
Zoom 35
m
m
STROBO
i
P
1/16
f(Hz) 10N 5
N
O
q
p
3
4
5
+
x