User Manual
12
71503175-0-000
NL
1) na ongeveer 1u40’, drukt u op toets 3" om de
machine weer in stand-by te zetten, en daarna
drukt u nogmaals op 3" om de productiecyclus te
starten
2) na 2h 30’ schakelt de machine automatisch
over naar stand-by, en van hieruit kan men de
productiecyclus starten door op toets 3" te druk
-
ken
1. Uitschakelen van de machine.
2. Verwijder al het ijs uit de container.
3. Bereid met het specieke product en de plastic es de
oplossing door het poeder op te lossen in lauw water (max.
40°C). Roer alles door elkaar en zorg ervoor dat er geen
klontjes ontstaan.
4. Giet het wasproduct in het verdamperbakje (fig.14-3).
5. Zet de machine weer aan, en als ze nog niet aan
staat, zet haar dan op stand-by (fig.9).
6. Houd de stand-by toets minstens 9" ingedrukt om
de wascyclus te starten
7. Tijdens de wascyclus knippert de toets als volgt: uit
gedurende 1 seconde en aan (wit) gedurende 3 secon
-
den; zodra de wascyclus voltooid is, schakelt hij over op
stand-by.
8. Maak het verdamperbakje leeg door de dop te verwij
-
deren (Fig. 14-2), plaats vervolgens de dop terug en giet
schoon water in het bakje in een hoeveelheid die gelijk is
aan de inhoud van het bakje.
9. Herhaal het wassen zonder toevoeging van citroen
-
zuur, om het ontkalkings- en ontsmettingsmiddel volledig
te verwijderen.
10. Na deze periode schakelt u de machine uit en ver
-
wijdert u de dop (Fig. 14-2) om het water weer uit het
verdamperbakje te laten lopen, en plaatst dan de dop
terug.
11. Na de wasfunctie spoelt u de tank grondig.
I Als het apparaat lange tijd ongebruikt blijft:
• schakel de machine uit;
• verwijder al het ijs uit de container;
• laat al het water weglopen;
• voer een grondige reiniging uit;
• laat de deur van de container een beetje open
6 STORING
1 DE VOLGENDE HANDELINGEN MOGEN ALLEEN
WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN BEVOEGD EN
GEAUTORISEERD INSTALLATEUR.
I IN GEVAL VAN VERKEERDE WERKING, IS HET
RAADZAAM DE MACHINE LOS TE KOPPELEN VAN
DE STROOM- EN WATERTOEVOER.
1. Controleer of de watertoevoerkraan open staat,
2. Of de stroomvoorziening niet ontbreekt, of de stekker
er goed in zit, en of de schakelaar aan staat,
3. Controleer of er geen abnormale trillingen zijn door
losse schroeven.
4. Als er ingegrepen moet worden wegens waterlekken,
het aandraaien van schroeven of iets dergelijks, stop dan
altijd eerst de machine, en controleer of de lekkage niet
het gevolg is van een verstopping van het afvoersysteem.
5. Bij onvoldoende productie moet u controleren of de
condensor schoon is, of dat er kalkaanslag op de sproei
-
ers zit.
6. Controleer de werking van de tanksonde: als u een
ijsblokje op de lamp in de container plaatst, moet de ma-
chine binnen 1 minuut stoppen en na verwijdering auto-
matisch weer starten, na weinig meer tijd.
7. Tussen zomer en winter kan de tanksonde de maxi-
male hoeveelheid ijs in de tank variëren, voor mogelijke
aanpassingen zie paragraaf 4.2.
8. Controleer de werking van de microschakelaar van het ver-
damperkeerschot