User Manual
7
71503175-0-000
NL
sen die onder het Protocol van Kyoto vallen,
met de op het typeplaatje vermelde hoeveelhe
-
den. Het type koelgas in het koelcircuit van het
apparaat staat aangegeven op het typeplaatje
(g. 12). Het GWP (Aardopwarmingsvermogen)
van het gas HFC R452A is 2141.
• Het CO2-equivalent vindt u op het typeplaatje (g. 12).
• Volgens Verordening (EG) 1272/2008 is R452A
een niet-ontvlambaar en niet-giftig gas
.
2 VOORWOORD
Dank u voor het kiezen van een van onze producten.
Dit apparaat (machine) is door onze technici ontworpen en
in onze fabriek geproduceerd, gebaseerd op tientallen jaren
ervaring en met de grootst mogelijke zorg voor de hoogste
kwaliteitsnormen. Ons kwaliteitssysteem met certicering ISO
9001 garandeert een nauwgezet toezicht op alle bedrijfspro-
cessen voor de voortdurende verbetering van de kwaliteit en
de veiligheid van onze producten.
Lees deze handleiding onmiddellijk door om bekend te raken
met uw machine die, indien correct en volgens de aanwijzin-
gen geïnstalleerd en gebruikt, geen risico’s of gevaren voor de
gebruiker zal vormen.
Neem de in deze handleiding opgenomen aanwijzingen altijd
in acht. Verder is het belangrijk dat de gebruiker zich onder
geen beding toegang verschaft tot het compartiment van de
compressor - condensor. Ook is het verboden om de bestu-
rings- en veiligheidsvoorzieningen onklaar te maken.
INHOUDSOPGAVE
1 WAARSCHUWINGEN ................................................. 5
2.1 Werking van de machine ..........................................7
2.2 Garantie ....................................................................8
3 INSTALLATIE .............................................................. 8
3.1 Transport ..................................................................8
3.2 Uitpakken en verwijdering verpakking ......................8
3.3 Plaatsing ...................................................................8
3.4 Aansluiting van het elektriciteitsnet ..........................9
4 INBEDRIJFSTELLING................................................. 9
4.1 Instellen blokjes .......................................................10
4.2 Waterhardheidsindicatie ..........................................10
4.3 Instelling tanksonde (optioneel) ...............................10
5 REINIGING EN ONDERHOUD ................................. 10
5.1 Handelingen door de gebruiker ...............................10
5.1.1 Reinigen van de buitenkant .......................................10
5.1.2 Reiniging luchtlters ................................................... 11
5.1.2 Reinigen ijscontainer ..................................................11
5.2 Handelingen door de bevoegde installateur ............11
5.2.1 Reiniging van de luchtcondensator (indien aanwezig) 11
5.2.2 Reiniging waterinlaatlter ........................................... 11
5.3 Ozonactivering (optioneel) ......................................11
5.4 Was- en ontsmettingscyclus ....................................11
6 STORING .................................................................. 12
7 ALARMLIJST ............................................................. 13
7.1 Probleemoplossing ...................................................14
Wij raden aan om onze waarschuwingen voor een correct
gebruik van uw schilferijsmachine aandachtig te lezen, zodat
een langdurige en probleemloze werking wordt verzekerd.
Vermeld altijd het model en het serienummer van uw apparaat
in elke communicatie met de fabrikant of onze vertegenwoor-
digers (g. 12).
2.1 Werking van de machine
De ijsblokjes worden gevormd in een speciale verticale
koperen verdamper in de vorm van een bijenkorf. Een
recirculatiepomp laat een continue stroom water over het
voorste rooster stromen en geleidelijk wordt een deel van
het water omgezet in ijs op de binnenwanden van de kleine
cellen, waardoor blokjes worden gevormd die de verwachte
afmetingen in hoogte bereiken. De afmeting van de plaat zal
afhangen van het ingestelde waterpeil (dat aangeeft hoeveel
water in ijs verandert) , De sensor bestaat uit twee metalen
plaatjes die door een laagspanningscircuit worden gevoed,
van elkaar geïsoleerd zijn en in het water van het bassin
ondergedompeld zijn (Fig. 13).
Naarmate het ijs zich vormt, daalt het waterpeil tot het de elek-
tronische stroomkring niet meer sluit, wat tegelijk tot gevolg
heeft:
• het sturen van heet gas naar de verdamping door het ope-
nen van een magneetklep, met als gevolg het geleidelijk los-
komen van de ijsplaat.
• de activering van een elektromechanische duwinrichting dat
het losmaken van de ijsplaat van de verdamper bevordert.
• de opening van de waterafvoerklep om eventuele overge-
bleven onzuiverheden te verwijderen.
Eenmaal losgemaakt, beweegt de ijsplaat het voorste keer-
schot naar buiten en valt door de zwaartekracht in de contai-
ner. Tijdens het draaien van het centrale keerschot, eerst naar
voren en dan naar achteren, opent en sluit hij de contacten
van een magnetische microschakelaar die verbonden is met
een elektronische printplaat, waardoor de normale ijsproduc-
tiecyclus wordt hervat. Wanneer de container vol is, zal de
laatste ijsplaat het keerschot open houden, en dus blijven de
contacten van de microschakelaar open; in deze toestand
zal de elektronische printplaat de machine na 30 seconden
stoppen. Door het verwijderen van het ijs uit de tank kan het
keerschot weer in zijn normale stand terugkeren, waardoor de
machine weer op gang komt. De tijd voor de volledige cyclus
kan variëren van ongeveer 15’ tot ongeveer 30’, afhankelijk
van de temperatuur van het water en de omgeving.
Als de machine gestopt is wegens onregelmatigheden in de
werking, licht het verlichte gedeelte van de capacitieve toets
op met een bepaalde opeenvolging van kleuren die het zich
voordoende alarm aangeven.Vermijd om de watertoevoer te
sluiten wanneer de machine functioneert, of de luchtinlaatope-
ningen te belemmeren.
Bij het opnieuw starten van een koude cyclus of bij het over-
schakelen naar stand-by, zal de machine een ontdooiing uit-
voeren om ijsophoping op de verdamper te voorkomen.
i Opmerking: Verwijder, in geval van productiecontrole
met een sensor in de tank (optioneel), na de bemonstering
de ijsresten van de controlelamp, zodat de productie sneller
hervat kan worden.