Operation Manual

35
NEDERLANDS
Controleren, evt. vervangen.
Slecht gespoelde draad of draad-kruizin-
gen?
Draadrol vervangen.
Verroeste draad of slechte kwaliteit?
Draadrol vervangen, geleidingsspi-
raal reinigen resp. vervangen.
Te sterk aangetrokken doornrem?
Doornrem losmaken.
Aanvoerrol vervuild of versleten resp.
niet passend voor draadsterkte?
Aanvoerrol reinigen resp. vervan-
gen.
Geen draadaanvoer
Brandersschakelaar in branderspakket
defect?
Brandersschakelaar door elektri-
sche vakman laten controleren .
Geen lasstroom bij werkende draad-
aanvoer
Massakabel geeft geen correcte con-
tact?
Massakabel op correct contact con-
troleren.
Lasnaad bros of poreus
Zijn er lekkages in de gasslangen-aan-
sluitingen?
Controleer de aansluitingen.
Is de gasfles leeg?
Vervang de gasfles.
Is de gaskraan gesloten?
Draai de gaskraan open.
Is de drukregelaar defect?
Controleer de drukregelaar.
Is de elektromagnetische klep defect?
Laat de elektromagnetische klep
door een elektromonteur controle-
ren.
Is het gasmondstuk van de brander of
de slangbundel verstopt?
Maak het gasmondstuk schoon.
Tocht het op het laspunt?
Scherm het laspunt af resp. verhoog
het gasdebiet.
Onzuiver werkstuk?
Verwijder roest, vet of laklaag.
Slechte draadkwaliteit of ongeschikt
beschermgas?
Nieuwe lasdraad of geschikt
beschermgas gebruiken.
Continue gasuitstroming
Is de elektromagnetische klep defect?
Vervang de elektromagnetische
klep.
Bevat de elektromagnetische klep vuil-
deeltjes?
Maak de elektromagnetische klep
schoon.
Contact van het werkstuk met gas-
sproeier ontsteekt lichtboog
Kortsluiting tussen stroom- en gas-
sproeier?
Gassproeier en brandershals reini-
gen en met brandersspray
insproeien.
Brander wordt te heet
Stroomsproeier te groot of los?
Passende stroomsproeier inzetten,
sproeier vastschroeven.
Het apparaat functioneert niet
Netzekering geactiveerd?
Schakel de netzekering in of ver-
vang ze.