Operation Manual
6
NEDERLANDS
5.2 Benodigde ruimte
− Minstens 3 m x 4 m
− voldoende draagkracht
− horizontaal
− effen
− droog
− antislip.
Afhankelijk van de werkstukafmetingen
kan de benodigde ruimte groter zijn.
5.3 De machine opstellen
1. Schroef beide transportprofielen
(18) van het grondframe los.
2. Hef de machine van de pallet en zet
ze neer.
3. Draai de schroeven waarmee de
transportprofielen aan het grond-
frame bevestigd waren, weer in het
grondframe.
Hoofdschakelaar
• Aanzetten = de groene schakelaar
(20) indrukken.
• Uitzetten = de beschermkap (19) of
de rode schakelaar indrukken (21).
• Om de beschermingskap te ont-
grendelen, draait u de paddestoel-
knop iets naar links.
Minimumspanningsrelais
Als de spanning wegvalt, dan slaat er
een minimumspanningsrelais aan. Deze
relais moet voorkomen dat de machine
opnieuw inschakelt bij automatische
terugkeer van de spanning. Om de
machine weer aan te zetten moet de
groene schakelaar opnieuw ingedrukt
worden.
Ontgrendelingsknop als overbelas-
tingsbeveiliging
De schaafbank is standaard uitgerust
met een overbelastingsbeveiliging. Als
de motor te warm wordt, dan schakelt
deze beveiliging de machine automa-
tisch af. Om de schaafbank opnieuw aan
te zetten:
1. Laat de motor afkoelen (ongeveer
tien minuten);
2. druk de groene schakelaar opnieuw
in.
Hoogte-instelling voor de vandikte-
tafel (indien gebruikt als vandikte-
schaafbank)
Bij gebruik als vandikteschaafbank wordt
de hoogte-instelling van de vandikteta-
fel gebruikt om de "schaafdiepte" (= de
dikte van het werkstuk na de bewer-
king) in te stellen.
• De maximum schaafdiepte per gang
bedraagt 3 mm.
• De maximum werkstukdikte
bedraagt 180 mm.
De hoogte-instelling gebeurt door middel
van een handwiel (24).
Per omwenteling wordt de hoogte van
de vandiktetafel (23) met 2 mm gewij-
zigd.
• naar rechts draaien
= vandiktetafel hoger
• naar links draaien
= vandiktetafel lager
De ingestelde schaafdikte wordt op het
schaallint (22) aangeduid.
Hoogte-instelling van de aanvoertafel
(indien gebruikt als vlakschaafbank)
Bij gebruik als vlakschaafbank wordt de
hoogte-instelling van de aanvoertafel
(25) gebruikt om de "schaafdiepte" (= de
hoeveelheid materiaal die wegge-
schaafd is na de bewerking) in te stellen.
• Een deelstreep op het schaallint
naast de instelhendel (26) komt
overeen met een schaafdiepte van
1 mm.
• De maximum schaafdiepte per gang
bedraagt 3 mm
Aanslagprofiel
Het aanslagprofiel (28) wordt gebruikt
om het werkstuk bij het vlakschaven aan
de zijkant te geleiden.
• Na losdraaien van de schroeven
met stervormige greep (27) kan het
aanslagprofiel aangepast worden
aan de breedte van het werkstuk.
• Na losdraaien van de klemhendel
(29) kan het aanslagprofiel in een
stand van 45° gekanteld worden.
Gevaar!
Wijzigingen aan de machine of
het gebruik van onderdelen die door
de fabrikant niet uitdrukkelijk getest
of goedgekeurd zijn, zijn verboden
temeer daar zij tot schade aan het
apparaat kunnen leiden!
− De machine moet gemonteerd
worden, precies zoals in de hand-
leiding voorgeschreven is.
− Gebruik uitsluitend onderdelen
die samen met de machine gele-
verd werden.
− Voer geen wijzigingen aan deze
onderdelen door.
Nodige gereedschappen
− Schroevendraaier 10 mm
− Schroevendraaier 13 mm
− Kruiskopschroevendraaier
− Winkelhaak voor 45° en 90°
7.1 De aanslag monteren
1. Breng de aanslag aan op de beide
geleidingselementen (34).
2. Breng telkens een drukplaatje (31)
aan
.
6. Bedieningsfuncties
19
20
21
22
23
24
25
26
7. Montage
27
28
29
30
33
34
32
31