Operation Manual

4
NEDERLANDS
1. De schaafbank in een
oogopslag.....................................3
2. Lees deze tekst voor u begint!....4
3. Veiligheid ......................................4
3.1 Voorgeschreven gebruik van
het systeem....................................4
3.2 Algemene veiligheidsvoorschriften.4
3.3 Symbolen op de machine...............5
3.4 Symbolen in de handleiding ...........5
3.5 Veiligheidsvoorzieningen................5
4. Bijzondere productkenmerken....5
5. Transport en opstelling ...............5
5.1 De machine transporteren..............5
5.2 Benodigde ruimte ...........................6
5.3 De machine opstellen.....................6
6. Bedieningsfuncties......................6
7. Montage.........................................6
7.1 De aanslag monteren.....................6
7.2 De uitvoertafel monteren
(enkel bij gebruik als
vlakschaafbank) .............................7
7.3 De afzuigkap monteren
(enkel bij gebruik als
vandikteschaafbank) ......................7
7.4 De afzuiginstallatie aansluiten........7
7.5 Aansluiting op het net.....................7
8. Bediening......................................7
8.1 Gebruik als vlakschaafbank: .........7
8.2 Gebruik als vandikteschaafbank: ..8
9. Service en onderhoud..................9
9.1 Schaafmessen monteren
en demonteren ...............................9
9.2 Onderhoud van het
tandwielhuis voor de voeding.......10
9.3 De aandrijfriemen controleren......10
9.4 De machine schoonmaken
en onderhouden ...........................11
9.5 De machine opbergen..................11
9.6 Regelmatig onderhoud.................11
10. Tips en trucs...............................11
11. Beschikbare accessoires ..........12
12. Reparatie.....................................12
13. Milieubescherming.....................12
14. Problemen en storingen ............12
15. Technische gegevens................13
Voordat u het apparaat in gebruik
neemt, moet u eerst de handleiding
lezen en daarbij vooral aandacht
besteden aan het hoofdstuk „Veilig-
heidsvoorschriften”.
Als u bij het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
moet u onmiddellijk uw leverancier
hiervan op de hoogte brengen. In
dat geval mag u het apparaat niet in
gebruik nemen!
De verpakking moet, conform de
lokale wetgeving inzake de bescher-
ming van het milieu, met een
bevoegde ophaaldienst meegege-
ven worden.
Bewaar deze handleiding. In geval
van twijfel kunt u de handleiding
opnieuw raadplegen.
Wanneer u het apparaat occassio-
neel uitleent of verkoopt, geef dan
ook de begeleidende documenten
mee.
3.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem
Het apparaat is ontworpen voor het
vlakschaven en het vandikteschaven
van massieve houten werkstukken. De
maximaal toegelaten werkstukafmetin-
gen mogen niet overschreden worden
(zie "technische gegevens").
Elk ander gebruik is verboden. Het
onoordeelkundig gebruik van het appa-
raat, het aanbrengen van wijzigingen
aan het apparaat of het gebruik van
onderdelen die door de fabrikant niet
goedgekeurd zijn, kunnen aanleiding
geven tot onvoorziene schade!
3.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Gevaar!
Een schaafbank is een werktuig
dat, als er niet voorzichtig mee gewerkt
wordt, zwaar lichamelijk letsel kan ver-
oorzaken. Lees daarom en houd reke-
ning met:
deze gebruiksaanwijzing, vooral de
bijzondere veiligheidsvoorschriften
in de betreffende hoofdstukken;
de veiligheidsvoorschriften in het
meegeleverde rode boekje;
eventuele richtlijnen van de
beroepsvereniging of ongevalpre-
ventievoorschriften voor het gebruik
van schaafbanken.
Houd de met het apparaat meegele-
verde documenten zorgvuldig bij.
De schaafbank mag uitsluitend aangezet
en bediend worden door personen die
met schaafbanken vertrouwd zijn en die
zich te allen tijde bewust zijn van de
gevaren die de bediening van schaaf-
banken met zich meebrengt.
Personen beneden de 18 jaar mogen
het apparaat slechts bedienen in het
kader van een beroepsopleiding en
onder het voortdurend toezicht van een
ervaren leraar.
De hierna opgesomde gevaren zijn
steeds aanwezig in de omgang met
schaafbanken. Ze kunnen, ondanks de
strengste veiligheidsmaatregelen, nooit
helemaal vermeden worden:
Gevaar van buitenaf:
Gebruik de schaafbank nooit in de
regen of in een vochtige omgeving.
Zorg dat er voldoende verlichting is.
Werk niet in de buurt van (licht) ont-
vlambare vloeistoffen of ontplofbare
gassen.
Gevaar voor andere personen op
de werkplek:
Let erop dat er zich geen onbe-
voegde, voornamelijk kinderen, in
de gevarenzone begeven.
Gevaar wegens defecten aan de
schaafbank:
Controleer de schaafbank vóór elk
gebruik op beschadigingen. Als de
schaafbank defect is, dan mag u
niet proberen om hem toch aan te
zetten. Vervang stompe schaafmes-
sen onmiddellijk. Er bestaat terug-
slaggevaar. Als er met een stomp
schaafmes geschaafd wordt, dan
ontstaat er een verhoogd risico op
terugslagen van het werkstuk.
Gevaar door een onveilige opstel-
ling van de schaafbank:
Als er met lange werkstukken
gewerkt wordt, dan moet er ook met
verlengstukken op de aan- en
afvoerzijde van de schaafbank
gewerkt worden. Vermijd gevaarlijke
lichaamshoudingen. Zorg ervoor dat
u op een stevige ondergrond staat
en let er vooral op dat u altijd goed
in evenwicht bent.
Gevaar door vreemde voorwer-
pen in de schaafbank:
Controleer, voordat de machine
aangezet wordt, of er zich geen
vreemde voorwerpen in bevinden
(bijvoorbeeld werktuigen).
Terugslaggevaar van werkstuk-
ken (het werkstuk wordt door de
schaafas "gepakt" en naar die-
gene die het bedient geslingerd):
Werk steeds met een goed functio-
nerende terugslagbeveiliging. Werk
steeds met scherpe schaafmessen.
Controleer de werkstukken bij twij-
fel op de aanwezigheid van
vreemde voorwerpen zoals nagels,
schroeven of losse takken.
Gevaar voor aanraken van
draaiende schaafbladen:
Hou voldoende afstand van de
schaafmessen. Zet de schaafbank
uit als er niet mee gewerkt wordt.
Gevaar meegetrokken te worden:
Zorg dat tijdens het gebruik geen
lichaamsdelen of kledij door de
machine gegrepen en meegetrok-
ken kunnen worden (geen dassen,
Inhoudstafel
2. Lees deze tekst voor u
begint!
3. Veiligheid