Operation Manual

10
NEDERLANDS
De schaafmessen moeten met
originele fabrieksonderdelen
gemonteerd worden.
7. Een scherp schaafmes, zoals op de
tekening weergegeven op de aan-
druklijst van het schaafmes plaat-
sen.
De beide borgschijven onderaan de
instelschroeven (50) moeten in de
beide gleuven (49) van het schaaf-
mes grijpen.
8. Plaats de aandruklijst voor het
schaafmes samen met het schaaf-
mes in de schaafas. Let op dat het
schaafmes goed op de twee schij-
ven van de instelschroeven blijft zit-
ten.
9. Draai de vijf zeskantschroeven op
de aandruklijst van het schaafmes
er zover uit, dat de aandruklijst zich
nog net parallel aan de schaafas
laat bewegen.
10. Er zijn twee manieren om te contro-
leren hoever de messen uit de
schaafas steken:
Met het instelkaliber (51) (dit
moet conform de ongevalpreven-
tievoorschriften meegeleverd
worden).
Het instelkaliber voor het
schaafmes op de schaafas
plaatsen, zoals is weergege-
ven op de tekening. De
schaafmessen moeten precies
zover uitsteken dat ze het
instelkaliber kunnen raken.
De controle moet aan beide
schaafmessen en aan beide
zijden van de schaafas door-
gevoerd worden.
Met een liniaal (52) (dit werkt pre-
ciezer dan de instelkaliber).
Leg de liniaal over de uitvoert-
afel en de schaafas zoals
weergegeven op de tekening.
De schaafas met de hand,
tegen de draairichting tijdens
het schaven, helemaal rond-
draaien.
De messen zijn juist afgesteld
als de liniaal zich tijdens de
draaibeweging tussen de 4 en
6 mm meeverplaatst .
Deze controle moet aan beide
zijden van de schaafas door-
gevoerd worden.
11. Om het uitsteken van de messen
juist in te stellen, moeten de instel-
schroeven in de klemlijst van de
schaafmessen met een inbussleutel
van 3 mm bijgesteld worden.
naar links draaien: de messen
steken meer uit;
naar rechts draaien: de messen
steken minder uit.
12. Om de schaafmessen vast te zet-
ten, draait u de vijf zeskantschroe-
ven op de aandruklijst van het
schaafmes er volledig uit. Om
interne spanningen in de aandruk-
lijst van het schaafmes te vermijden,
draait u eerst de middelste
schroef vast. Vervolgens draait u
beurtelings de schroeven vast die
meer naar de uiteinden liggen.
Gevaar!
U mag de steel van de sleutel niet
verlengen om de schroeven stevi-
ger vast te zetten.
Sla ook niet op de steel van de
sleutel om de messen steviger
vast te zetten.
13. Zet het beschermingsprofiel voor de
schaafmessen helemaal in de
beginstand.
14. Zet de aanslag vast.
9.2 Onderhoud van het tand-
wielhuis voor de voeding
De voedingsaandrijving bevindt zich
achter het zijpaneel aan de kant van de
hoofdschakelaar.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Schroef de zes kruiskopschroeven
van het zijpaneel los en neem het
paneel weg.
3. Sluit een schaafselafzuigsysteem
met een aangepaste adapter aan op
de afzuigtuit of verwijder het schaaf-
sel met een penseel.
4. Besproei de kettingwielen en de
aslagers en assen (zie "pijlen")
regelmatig met onderhouds- en con-
serveringsspray (gebruik geen
olie!).
Oppassen!
Zorg dat er geen spray op de
aandrijfriem terechtkomt, en gebruik
een buisje om gericht op de betref-
fende punten te spuiten. Anders zou-
den de aandrijfriemen kunnen slip-
pen.
5. Plaats het zijpaneel terug en zet het
met de zes kruiskopschroeven weer
vast.
9.3 De aandrijfriemen contro-
leren
De aandrijfriem voor de schaafas (54) en
de aandrijfriem voor de voedingsaandrij-
ving (55) moeten regelmatig gecontro-
leerd en eventueel bijgespannen wor-
den. Beide aandrijfriemen bevinden zich
49
50
51
5 - 10 mm
52