Operation Manual
1.11
HC 260 M/ HC 260 K
A
Gevaar!
Het inademen van sommige soorten schaaf-
selstof is kankerverwekkend (dit is bijvoor-
beeld het geval bij eiken- en essenhout). Als
er in gesloten ruimtes gewerkt moet worden,
dan moet er met een geschikt schaafselafzuig-
systeem gewerkt worden:
− dat op de buitendiameter van de afzuigtuit
past (100 mm)
− met een luchtdebiet van ≥ 550 m
3
/h;
− met een onderdruk in de afzuigtuit van de
schaafmachine van ≥ 740 Pa;
− bij een luchtsnelheid in de afzuigtuit van
de schaafmachine van ≥ 20 m/s;
A
Oppassen! Het werken zonder afzuigsys-
teem is alleen toegestaan:
− in openlucht;
− als er slechts weinig schaafselkrullen
gemaakt worden (bij kleine werkstukken
en bij geringe afname;
− met stofmasker.
Vandikteschaven van werkstukken
A
Gevaar!
− Er bestaat gevaar om meegetrokken te
worden door de draaiende aanvoerrollen
van de machine! Houd voldoende afstand
van de draaiende delen van de schaaf-
bank! Gebruik een duwhout als invoerhulp
(accessoire), als er met kleine werkstuk-
ken gewerkt moet worden.
− Zet het werkstuk nooit „op z’n smalle kant”
(tijdens het schaven). Er bestaat een reëel
terugslaggevaar.
− De eventueel in de machine geklemde
werkstukdelen mogen pas worden verwij-
derd nadat de machine helemaal stilstaat
en nadat de stekker uit het stopcontact
getrokken is.
− Als een werkstuk helemaal of bijna hele-
maal in de machine ingevoerd is, dan
moet het uit veiligheidsoverwegingen
vanaf de afvoerkant uit de machine verwij-
derd worden.
− Schaaf nooit meer dan twee werkstukken
tegelijkertijd. In het voorkomende geval
moeten beide werkstukken aan de buiten-
zijden van de invoeropening ingevoerd
worden.
− Naargelang de omstandigheden moet er
gebruik gemaakt worden van:
een schaafselafzuigsysteem (accessoire);
glijwas om de werkstukbeweging op de
vandiktetafel te bevorderen.
1. Zorg steeds voor een juiste houding en plaats,
nl:
− aan de kant van de schakelaar;
− aan de voorkant van de machine;
2. Met de hendel de schaafdiepte instellen.
3
De schaafmachine kan in één gang maxi-
maal 4 mm wegschaven. Deze waarde mag
uitsluitend ingesteld worden als:
− de schaafmessen zeer scherp zijn;
− er in een zachte houtsoort geschaafd
wordt
− en als er niet tegelijk op volle breedte
geschaafd wordt.
Als deze regel niet opgevolgd wordt, dan
bestaat het gevaar dat de machine sterk
overbelast wordt. Een werkstuk kan het
beste in meerdere gangen op de gewenste
dikte gebracht worden.
3. Om niet parallelle vlakken te schaven moet er
met de gepaste accessoires gewerkt worden
(geschikte schablonen aanmaken).
4. Motor aanzetten.
5. Het werkstuk langzaam en loodrecht op de
schaafas invoeren. Het werkstuk wordt automa-
tisch ingevoerd.
6. Het werkstuk moet loodrecht op de schaafas en
door de schaafbank zelf in de machine getrok-
ken worden.
7. Als u stopt met werken, dan moet u de machine
uitzetten.
A
Gevaar!
Voordat u met de service of met het onder-
houd begint:
− De machine uitzetten.
− De stekker uit het stopcontact trekken.
− Wachten tot de machine helemaal stil-
staat.
Beschadigde onderdelen, vooral bescha-
digde onderdelen van de veiligheidsvoorzie-
ningen, mogen alleen door originele
fabrieksonderdelen of door de fabrikant
goedgekeurde onderdelen vervangen wor-
den. Als u dit nalaat, dan kan dit tot onvoor-
ziene schade leiden.
Service en onderhoud










