Operation Manual
10
NEDERLANDS
1. Parallelaanslag (54) aan het aan-
slaggeleidingsprofiel inhangen.
2. Maak de grendel (55) van de paral-
lelle aanslag vast.
7.7 Houder voor het duwhout
monteren
1. Een cilinderbout (56) zoals afge-
beeld in de schroefdraad boven op
de geleidingspijp schroeven en met
zeskantmoeren vastschroeven.
2. Hang het duwhout (57) aan de cilin-
derschroef als het niet gebruikt
wordt.
7.8 Zaagselafzuigsysteem
aansluiten
A
Gevaar!
Het zaagstof van enkele hout-
soorten (bijv. eik, beuk en es) kan bij
het inademen kankerverwekkend
zijn: werk in gesloten ruimten uitslui
-
tend met een zaagselafzuiginstallatie
(luchtsnelheid aan de afzuigstomp
van de zaag
20 m/s).
A
Opgelet!
Het werken zonder zaagselaf-
zuiginstallatie is alleen toegestaan:
in openlucht;
bij kortstondig werken
(gedurende max. 30 minuten);
met stofmasker.
Als er zonder afzuigsysteem
gewerkt wordt, dan hoopt er zich
binnenin de lintzaag zaagsel op.
Deze ophopingen moeten regel
-
matig verwijderd worden.
Een zaagselafzuigsysteem of een indu-
striële stofzuiger met een aangepaste
adapter op de afzuigstomp aansluiten.
7.9 Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrische spanning
Gebruik de machine alleen in een
droge omgeving.
De machine mag uitsluitend aan-
gesloten worden op een stopcon-
tact dat aan de hierna volgende
voorwaarden voldoet (zie ook
„Technische gegevens“):
netspanning en -frequentie
moeten overeenstemmen met
de waarden op het typeplaatje
van de machine;
de stroomkring dient vakkun-
dig beveiligd te worden met
een differentieelschakelaar die
aanslaat bij een lekstroom van
30 mA,
de stopcontacten moeten
reglementair geïnstalleerd zijn
en een goedgekeurde aarding
hebben.
Het snoer moet zo gelegd worden
dat de zaagwerkzaamheden niet
bemoeilijkt worden, en dat het
snoer niet beschadigd kan wor
-
den.
Bescherm het snoer tegen hitte,
bijtende scheikundige vloeistof-
fen en beschadiging door
scherpe voorwerpen.
Als verlengsnoer mag uitsluitend
gebruik gemaakt worden van een
rubberen snoer met voldoende
doorsnede (3 x 1,5 mm
²
).
Trek de stekker niet aan het
snoer uit het stopcontact.
A
Gevaar!
Om de kans op ongevallen zo
veel mogelijk te beperken, moet u
zich bij alle werkzaamheden aan de
volgende veiligheidsvoorschriften
houden:
Zorg ervoor dat u zichzelf ook
beschermt:
draag een stofmasker;
draag oorbeschermers;
draag een veiligheidsbril.
Zaag nooit meer dan één werk-
stuk tegelijk.
Zorg ervoor dat het werkstuk tij-
dens het zagen steeds goed
tegen het tafelblad ligt.
Zet het werkstuk nooit op z’n
smalle kant (tijdens het zagen).
Probeer nooit het zaaglint af te
remmen door er van de zijkant
(met een voorwerp) tegenaan te
drukken.
Naargelang het soort werk dat u
verricht, gebruikt u:
Schuifstok – wanneer de
afstand aanslagprofiel – zaag
-
band 120 mm;
een werkstuksteun – voor
lange werkstukken, wanneer
ze na het doorzagen van de
tafel zouden vallen;
een schaafselafzuigsysteem;
een geschikte kleminrichting
bij het doorzagen van ronde
werkstukken, zodat het werk
-
stuk niet kan doordraaien;
een geschikte aanslag bij het
smalkantzagen van vlakke
werkstukken, om een veilige
geleiding te garanderen.
Controleer of alles goed functio-
neert alvorens met de zaagwerk-
zaamheden te beginnen:
zaaglint;
bovenste en onderste zaaglint-
bescherming.
Beschadigde onderdelen dienen
onmiddellijk vervangen te wor
-
den.
Zorg voor een juiste werkhouding
tijdens het zagen (de zaagtanden
moeten naar de gebruiker wij
-
zen).
Zaag nooit verschillende stukken,
ook geen bundels met verschil-
lende stukken, tegelijk. Er is
gevaar voor lichamelijk letsel als
aparte stukken zonder steun
door het zaagblad worden gegre
-
pen.
c
Klemgevaar!
Draag geen loszittende kledij,
sieraden of handschoenen die in
de draaiende onderdelen van de
machine terecht zouden kunnen
komen.
Personen met lang haar zijn ver-
plicht een haarnetje te dragen.
56
57
8. Bediening