User Manual

24
NEDERLANDS
1. Het apparaat in een
oogopslag.................................23
2. Lees dit eerst!...........................24
3. Toepassingsgebied en
pompmedia...............................24
4. Veiligheid..................................24
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem.........................24
4.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften..............24
5. Voor het gebruik ......................24
5.1 Hydromaat monteren .................24
5.2 Plaatsing ....................................25
5.3 Aanzuigleiding aansluiten ..........25
5.4 Drukleiding aansluiten................25
5.5 Aansluiting op een buizennet.....25
5.6 Netaansluiting ............................25
5.7 Pomp vullen en aanzuigen.........25
6. Bediening..................................26
6.1 Apparaat in gebruik nemen........26
6.2 Pompkarakteristiek ....................26
7. Service en onderhoud .............26
7.1 Regelmatig onderhoud...............26
7.2 Bij vorstgevaar ...........................26
7.3 Apparaat demonteren
en opbergen...............................26
8. Problemen en storingen..........26
8.1 Foutopsporing ............................26
8.2 Hydromaat instellen ...................27
9. Herstelling ................................27
10. Milieubescherming ..................27
11. Leverbaar toebehoren ........27/48
12. Technische gegevens..............28
Voordat u het apparaat in gebruik
neemt moet u eerst de handleiding
lezen en daarbij vooral aandacht
besteden aan het hoofdstuk „veilig-
heidsvoorschriften”.
Bij niet-inachtneming van de hand-
leiding vervalt de garantie; de fabri-
kant kan in dat geval niet aanspra-
kelijk worden gesteld voor
beschadigingen.
Als u bij het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
moet u daar onmiddellijk uw leve-
rancier van op de hoogte stellen. In
dat geval mag u het apparaat niet in
gebruik nemen!
De verpakking moet, conform de
lokale wetgeving inzake de bescher-
ming van het milieu, met een
bevoegde ophaaldienst meegege-
ven worden.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig zodat u ze bij onduidelijk-
heden kunt raadplegen.
Als u het apparaat uitleent of door-
verkoopt, dan moet u deze handlei-
ding erbij voegen.
Dit apparaat dient voor het pompen van
zuiver water in huis- en tuinomgevingen,
bijvoorbeeld:
voor beregening en besproeiing,
als fontein-, regen- en gebruikswa-
terpomp,
voor het leegpompen van zwemba-
den, tuinvijvers en waterreservoirs.
De vloeistoftemperatuur mag maximaal
50 °C bedragen.
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem
Het apparaat mag niet worden gebruikt
voor drinkwatervoorziening of het pom-
pen van levensmiddelen.
Explosieve, ontvlambare, agressieve of
schadelijke stoffen mogen niet worden
gepompt.
Het apparaat is niet geschikt voor indus-
trieel gebruik.
Wijzigingen aan het apparaat of het
gebruik van onderdelen die niet zijn
goedgekeurd en vrijgegeven door de
fabrikant zijn niet toegelaten.
Elk ander gebruik van het apparaat is in
strijd met de veiligheidsvoorschriften;
hierdoor kunnen onvoorzienbare
beschadigingen optreden!
4.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Kinderen en personen die niet vertrouwd
zijn met de inhoud van de handleiding
mogen het apparaat niet gebruiken.
Bij gebruik in zwembaden en tuinvijvers
of het veiligheidsbereik daarvan moeten
de bepalingen van DIN VDE 0100 -702,
-738 worden nageleefd.
Als het apparaat wordt gebruikt voor de
huishoudelijke watervoorziening, moe-
ten de wettelijke water- en afvalwater-
voorschriften volgens DIN 1988 worden
nageleefd.
De volgende restrisico's blijven bij het
gebruik van pompen principieel bestaan
– ze kunnen ook door veiligheidsvoor-
zieningen niet volledig worden verme-
den.
A
Gevaar door omgevingsinvloe-
den!
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Gebruik het apparaat niet in een voch-
tige omgeving.
Richt de waterstraal niet direct op het
apparaat of andere elektrische toestel-
len! Levensgevaar door elektrocutie!
Gebruik het apparaat niet in ruimten
waar explosiegevaar bestaat of in de
buurt van ontvlambare vloeistoffen of
gassen!
B
Gevaar door elektrische
stroom!
Tijdens installatie- of onderhoudswerk-
zaamheden mag het apparaat niet aan-
gesloten zijn op het stroomnet.
Raak de netstekker nooit aan met natte
handen! Trek de stekker nooit aan het
snoer uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat net- en verlengsnoeren
niet geknikt worden of geklemd raken en
dat niemand eraan trekt of erover rijdt.
Bescherm net- en verlengsnoeren
bovendien tegen scherpe randen, olie
en hitte.
A
Gevaar door gebreken aan het
apparaat!
Controleer het apparaat, vooral het nets-
noer, de netstekker en elektrische
onderdelen, telkens op beschadigingen
voor u het in gebruik neemt. Levensge-
vaar door elektrocutie!
Een beschadigd apparaat mag pas
opnieuw worden gebruikt nadat het des-
kundig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen uit aan het
apparaat! Herstellingen aan pompen
mogen alleen worden uitgevoerd door
vaklui.
U kunt het apparaat makkelijk zelf plaat-
sen en aansluiten.
In geval van twijfel raadpleegt u uw han-
delaar of een elektromonteur.
5.1 Hydromaat monteren
3
Aanwijzing:
Bij levering van het apparaat is
de hydromaat niet gemonteerd (trans-
portbeveiliging); hij is reeds elektrisch
aangesloten.
Voor de eerste inbedrijfstelling moet de
hydromaat worden vastgeschroefd
(afbeelding afhankelijk van de uitvoe-
ring).
Inhoudstafel
2. Lees dit eerst!
3. Toepassingsgebied en
pompmedia
4. Veiligheid
5. Voor het gebruik