User Manual

26
NEDERLANDS
delen! Levensgevaar door elektri-
sche schok!
Raak de netstekker nooit aan met
natte handen! Trek de stekker nooit
aan het snoer uit het stopcontact.
Het veiligheidscontact-stopcontact
of de stekerverbinding met een ver-
lengkabel moeten zich in een over-
stromingsveilig bereik bevinden.
Verlengsnoeren moeten een vol-
doende grote aderdoorsnede bezit-
ten (zie „Technische gegevens“).
Kabel
trommels moeten volledig
afgerold zijn.
Netkabel en verlengkabel niet knik-
ken, kneuzen, rukken of overrijden;
tegen scherpe kanten, olie en hitte
beschermen.
Het verlengsnoer mag niet in con-
tact komen met de te pompen vloei-
stof.
Netste
kker uit het stopcontact trek-
ken:
vóór all
e werkzaamheden aan
het apparaat;
wann
eer zich personen in het
zwembad of in de tuinvijver
bevinden.
A
Gevaar door gebreken aan het
apparaat!
Als u bij het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
moet u daar onmiddellijk uw leve-
rancier van op de hoogte stellen.
Neem het to
estel niet in bedrijf.
Controleer het toestel, vooral netka-
bel en netsteker vóór iedere inge-
bruikneming op eventuele beschadi-
gingen. Levensgevaar door
elek
trische schok!
Een b
eschadigd apparaat mag pas
opnieuw worden gebruikt nadat het
deskundig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen uit aan
het apparaat! Uitsluitend vakmen-
sen mogen reparaties aan pompen
en drukvaten
uitvoeren.
A
Opgelet!
Om waterschade te vermijden,
bijv. overstroomde kamers, veroor-
zaakt door storingen of gebreken van
he
t apparaat:
Ge
schikte veiligheidsmaatregelen
plannen, bijv.:
Alarminrich
ting of
opvan
gbekken met bewaking
De fabrikant aanvaardt geen aansprake-
lijkheid voor eventuele schade die vero-
orzaakt wordt door
fo
utief gebruik van het apparaat.
overbe
lasting van het apparaat door
permanent gebruik.
gebruik of bewaring van het appa-
raat zonder vorstbescherming.
het ui
tvoeren van eigenmachtige
veranderingen aan het apparaat.
Reparaties aan elektrische appara-
ten mogen alleen worden uitgevoerd
doo
r een elektromonteur!
het gebruik van onderdelen die niet
door de fabrikant gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
het ge
bruik van ongeschikt installa-
tiemateriaal (armaturen, aansluitlei-
dingen, enz.).
Geschikt installatiemateriaal:
drukbe
stendig (min. 10 bar)
warmtebestendig (min. 100 °C)
U kunt het apparaat makkelijk zelf plaat-
sen en aansluiten.
Raadpleeg in geval van twijfel uw han-
delaar of een elektromonteur.
5.1 Plaatsing
Het apparaat moet op een horizon-
tale, vlakke ondergrond staan, die
sterk genoeg is voor het gewicht van
het apparaat met watervulling.
Om trillingen te vermijden, dient het
toestel op een elastische onder-
grond te worden geplaatst.
De montageplaats moet goed ver-
lucht zijn en beschermd tegen weer-
sinvloeden.
Bij gebruik aan tuinvijvers en
zwembaden moet het apparaat zo
worden opgesteld dat het niet nat
kan worden bij overstromingen en
niet in het water kan vallen. Bijko-
mende wettelijke voorschriften moe-
ten worden nageleefd.
5.2 Zuigleiding aansluiten
3
Opmerking:
Voor de aansluiting benodigt u
eve
ntueel verder toebehoren (zie
"Leverbaar toebehoren").
A
Let op!
De zuigleiding moet zo worden
g
emonteerd dat ze geen mechanische
kracht of interne spanning op de
pomp uitoefent.
A
Let op!
Bij verontreinigde transport-
media moet u absoluut een zuigfilter
g
ebruiken om de pomp te bescher-
men tegen zand en vuil.
3
Opmerking:
Opdat bij uitgeschakelde pomp
he
t water niet afloopt, is een terugslag-
klep raadzaam.
Alle schroefverbindingen moeten
met weefselafdichtband worden
afgedicht; lekkages veroorzaken
een luchtaanzuiging en reduceren of
vermijden de aanzuiging van water.
-De zuigleiding dient ten minste 1"
(25 mm) binnendoorsnede te heb-
ben; ze moet knik-, druk- en
vacuümvast zijn.
De aanzuigleiding moet zo kort
mogelijk worden gehouden omdat
het pompvermogen met toene-
mende lengte van de aanzuigleiding
afneemt.
De a
anzuigleiding moet naar de
pomp toe constant stijgen om lucht-
bellen te vermijden.
De watertoevoer moet verzekerd
zijn, en het einde van de aanzuiglei-
ding moet zich steeds in het water
bevin
den.
5.3 Drukaansluiting
3
Opmerking:
Voor de aansluiting benodigt u
eventueel verder toebehoren (zie
"Leverbaar toebehoren").
A
Let op!
De drukleiding moet zo worden
g
emonteerd dat ze geen mechanische
kracht of interne spanning op de
pomp uitoefent.
Alle schroefverbindingen moeten
worden afgedicht met schroefdraad-
afdichtband om te verhinderen dat
water ontsnap
t.
Alle delen van de drukleiding moe-
ten drukbestendig zijn.
Alle d
elen van de drukleiding moe-
ten deskundig gemonteerd zijn.
A
Gevaar!
Door het gebruik van niet-druk-
bestendige delen of ondeskundige
mon
tage kan de drukleiding tijdens
het gebruik klappen. Vloeistof die
onder hoge druk uit de leiding spuit
kan letsel veroorzaken!
5.4 Aansluiting op een lei-
dingnet
Ook een vaste installatie (bijv. voor de
leidingwatervoorziening binnenshuis) is
mogelijk.
Om vibraties en lawaai te verminde-
ren, dient het apparaat met elasti-
sche slangleidingen op het leiding-
net te worden aangesloten.
5.5 Netaansluiting
B
Gevaar door elektriciteit!
Gebruik het apparaat niet in
ee
n natte omgeving en alleen als de
volgende voorwaarden vervuld zijn:
Het apparaat mag alleen worden
aangesloten op veiligheidswand-
5. Voor het gebruik