Safety data sheet
G127, NXT Generation Tech Wax 2.0 (22-035A): G12718
Pagina: 5 van 17
6.4. Verwijzing naar andere rubrieken
Zie Rubriek 8 en Rubriek 13 voor verdere informatie.
7. HANTERING EN OPSLAG
7.1. Hantering
Pas gebruiken nadat u alle veiligheidsvoorschriften gelezen en begrepen heeft.
Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel
niet
inademen. Inademing van
stof/rook/gas/nevel/damp/spuitneve l
vermijden. Contact met de ogen, de huid of de kleding
vermijden. Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. Na het werken met dit product … grondig
wassen. Voorkom lozing in het milieu.
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (vb. handschoenen, ademhalingsmaskers, ...) zoals vereist. Buiten het
bereik
van
kinderen houden. De dampen kunnen zich over grote afstanden op grondniveau verspreiden waarna bij het bereiken van
een ontstekingsbron de vlam tot aan de bron kan terugkeren. Vermijd contact met oxiderende stoffen (vb. chlorine,
chroomzuur, enz.)
7.2. Opslag
Op een goed geventileerde plaats bewaren. In goed gesloten verpakking bewaren. Verwijderd van zuren bewaren. Niet in de
buurt van een oxidatiemiddel opslaan.
7.3. Specifiek gebruik
Zie rubrieken 7.1 en 7.2 voor aanbevelingen betreffende gebruik en opslag. Zie Rubriek 8 voor maatregelen ter beheersing
van
blootstelling/persoonlijke
bescherming.
8. MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN
BLOOTSTELLING/PERSOONLIJKE BESCHERMING
8.1. Grenswaarden voor blootstelling
Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling:
Ingrediënt CAS-nr. Agentschap Type grenswaarde Aanvullende
opmerkingen
Witte minerale olie (aardolie) 64742-46-7 NL
grenswaarden
TGG (als damp)(8h): 5mg/m3
Nafta (aardolie), met waterstof
behandeld zwaar
64742-48-9 Bepaald door
fabrikant
TGG :100 ppm
NL grenswaarden : Nederlandse wettelijke grenswaarden
TGG: tijdgewogen gemiddelde
STEL: Short Term Exposure Limit
ppm: parts per million
mg/m3: milligram per kubieke meter
CEIL: Ceiling
8.2. Maatregelen ter beheersing van blootstelling
8.2.1. Beheersing van beroepsmatige blootstelling
Gebruik een algemene verdunningsventilatie en / of plaatselijke afzuiging om de luchtconcentratie onder de relevante
blootstellingslimieten te houden en/of de controle te bewaren over stof / rook / gas / nevel / damp of spuitnevel. Indien
ventilatie onvoldoende is, gebruik ademhalingsbescherming.
8.2.2. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Bescherming voor de ogen/voor het gezicht: