Instructions
24
8. INSTELLINGENmenu
De SETUP-modus biedt de mogelijkheid de volgende functies te configureren:
Sectie-
optie
Functie
Opties
Fabrieks
-
instelli
ng
AoFF
AUTO OFF-tijd
De automatische uitschakeltijd van het
instrument kan verlengd worden als dat vereist
wordt.
2min /
20min
2min
buZZ
Bieptoon ON/OFF (AAN/UIT)
De bieptoon kan uitgeschakeld worden voor werk
in kantooromgevingen.
ON /
OFF
ON
tVl
Aanrakingsspanninglimiet
Dit is de spanning tot waar de aardebedrading
of CPC kan worden toegestaan te stijgen,
terwijl een lusmeting wordt uitgevoerd. Dit
wordt ingesteld op 50 V, maar het kan worden
aangepast tot 25 V waar dat nodig is.
25V /
50V
50V
Null
Kabel tot nul terugbrengen
Biedt de mogelijkheid extra meetkabelweerstand
van langere of gezekerde meetkabels naar nul
terug te brengen in de meetresultaten. Zie 8.2
hieronder.
0.00 Ω
tot
0.99 Ω
0.00 Ω
tESt
Ononderbroken meetmodus
Het instrument kan ingesteld worden om een
lusmeting van 10 seconden uit te voeren, of een
automatische lusmeting die de meettijd verlengt
tot 20 seconden, als het wijzigingen in de
voeding detecteert die de meetresultaten kunnen
beïnvloeden.
10s,
Auto
Auto
AuSt
Start lusmeting automatisch
Start lusmeting als er contact is met het
circuit, zonder dat de TEST-knop ingedrukt
hoeft te worden.
ON, OFF
ON
RSt
Herstelt fabrieksinstellingen
Herstel
len
-
8.1 Selectie instellingsoptie
1. Selecteer [SETUP] op de onderste bereikknop. Firmware-revisie instrument zal
kort worden weergegeven. Wacht totdat het instrument SET weergeeft.
2. Druk op de toets [ ] om door de SETUP-opties te bladeren totdat de
vereiste instellingsoptie wordt weergegeven.
3. Druk op [TEST] om de functie te selecteren.
4. Druk op de toets [ ] om door de beschikbare opties voor die functie te
bladeren. Zodra de gewenste optie wordt weergegeven, drukt u op [TEST] om de
instelling op te slaan. Het weergavescherm zal “Ok” weergeven en dan
terugkeren naar de functierubriek. Als u een andere functie wilt selecteren,
herhaal vanaf stap 2.
5. Als u terug wilt keren naar hoofdmenu ‘SET’, drukt u op de knop [PFC].
6. Als u de SETUP-modus wilt verlaten, draait u de onderste bereikknop naar een
andere positie.
8.2 Van zekering voorziene of lange meetkabellengte
De meetkabelweerstands van de verstrekte meetkabels zijn al in het instrument
gecalibreerd. Maar als de optionele, van zekering voorziene kabels of een
langere kabelset gebruikt wordt, kan de extra weerstand zodanig in het
instrument ingesteld worden dat het lusmetingsresultaat niet beïnvloed wordt.
Als u extra weerstand van een nieuwe kabelset wilt vaststellen:
OPMERKING: Voor deze aanpassing moet de lusmeting onder hoogspanning gebruikt
worden om nauwkeurige metingen te garanderen.
1. Controleer of de bovenste bereikknop ingesteld is op [Z] (is niet van
toepassing op de LTW315).
2. Selecteer het bereik voor de meting onder hoogspanning op de onderste
bereikknop van het instrument.
3. Steek de standaard (verstrekte) RODE en GROENE meetkabels in het instrument.
4. Verbind de RODE meetkabel met de fasegeleider.










