Instruction Manual

NL
94
ZAGEN
WAARSCHUWING!
Gebruik altijd een straalkap bij het zagen van
metaal.
Duw niet te hard op het gereedschap tijdens
het zagen. Oefen geen druk uit op de schijf en
kantel of draai het gereedschap niet.
Probeer nooit de schijf te remmen door tegen
de zijkant van de schijf te drukken.
Het gereedschap moet altijd tegen de
draairichting van de schijf in worden gestuurd,
zodat de schijf naar boven werkt. Anders
bestaat het risico dat de schijf ongecontroleerd
uit de snede wordt geduwd.
Begin met de kleinste afmeting bij het zagen
van proelen en staven.
AFB. 11
SLIJPEN
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit doorslijpschijven om te slijpen
– risico op persoonlijk letsel.
BELANGRIJK!
Start het product nooit wanneer een
draaiend onderdeel in contact staat met het
werkstuk. Laat de schijf de maximumsnelheid
bereiken voordat het in contact komt met het
te bewerken oppervlak.
Stel de straalkap zo in dat een zo groot
mogelijk deel van de schijf door de kap wordt
bedekt voor zover het werk dit toelaat.
Wees bedacht op vonkvorming wanneer
de schijf in contact wordt gebracht met het
werkstuk.
U verkrijgt de beste controle over het werkstuk
en de beste afwerking in verhouding tot de
belasting, wanneer de hoek van de slijpschijf
ten opzichte van het werkstukoppervlak
ongeveer 15 tot 30° bedraagt.
Wees extra voorzichtig in bochten, hoeken, bij
randen enz. – risico op terugslag.
Laat het werkstuk na het slijpen aoelen.
AFB. 12
TIPS
1. Start het product en laat het de maximale
snelheid bereiken voordat u de schijf in
contact brengt met het werkstuk.
2. Druk de schijf niet zodanig hard tegen het
werkstuk dat de snelheid sterk daalt – dit
veroorzaakt overbelasting en zorgt ervoor
dat het werk langzamer gaat.
3. Houd bij het slijpen de slijpschijf onder
een hoek van ongeveer 15 tot 30° ten
opzichte van het werkstukoppervlak.
Onder een grotere hoek dan de
bovengenoemde zaagt de schijf sleuven
in het werkstuk, waardoor er meer
oneenheden in het oppervlak ontstaan.
Beweeg de slijpschijf ononderbroken in
gelijkmatige bewegingen heen en weer
over het oppervlak van het werkstuk.
4. Probeer tijdens het zagen nooit de hoek
van de schijf ten opzichte van het werkstuk
te veranderen – hierdoor kan de schijf
vastlopen en overbelast raken, waardoor
de schijf kan barsten.
5. Bij het zagen moet de zaagrichting zo
worden gekozen dat de invoerbeweging
tegengesteld is aan de draairichting
van de schijf. Indien de aanvoerrichting
dezelfde is als de draairichting,
bestaat het risico dat de schijf op een
ongecontroleerde manier uit de snede
wordt geduwd.
6. Bij het zagen van zeer harde materialen
geven abrasieve schijven het beste
resultaat.
7. Dergelijke schijven worden zeer heet
tijdens het gebruik. Een teken dat een
schijf heet is, is dat er een ring van vonken
rondom de schijf zichtbaar is. Als dit
gebeurt, stop dan met zagen en laat het