Instruction Manual
NL
132
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
• Test- en controlewerkzaamheden aan voertuigen mogen
uitsluitend in een veilige werkomgeving en onder veilige
omstandigheden worden uitgevoerd.
• Het product mag nooit worden afgelezen terwijl u rijdt of het
voertuig manoeuvreert: er bestaat een risico op ernstig letsel of
overlijden.
• Draag een veiligheidsbril die voldoet aan de ANSI-eisen.
• Werk uitsluitend buiten of in een goed geventileerde ruimte. Er
bestaat een risico op ernstig letsel of overlijden als gevolg van
uitlaatgassen.
• Zet het voertuig op de handrem. Als het voertuig een
automatische versnellingsbak heeft, moet deze in de stand P
(parkeren) worden gezet. Als het voertuig een handgeschakelde
versnellingsbak heeft, moet deze in zijn vrij worden gezet.
• Werk uitsluitend buiten of in een goed geventileerde ruimte. Er
bestaat een risico op ernstig letsel of overlijden als gevolg van
uitlaatgassen.
• Let op bewegende delen (koelventilator, hulpaandrijving enz.)
wanneer de motor van het voertuig actief is – risico op ernstig
persoonlijk letsel.
• Verbrandingsmotoren worden erg warm als ze draaien – gevaar
voor brandwonden.
• De motor en het contact moeten zijn uitgeschakeld wanneer de
testapparatuur wordt aangesloten of afgesloten, anders kan de
testapparatuur of de elektronica van het voertuig worden
beschadigd. Schakel het contact uit voordat de foutcodelezer wordt
aangesloten op of losgekoppeld van het diagnosecontact (Data
Link Connector, DLC) van het voertuig.
• Brandstofventilatie en accugassen zijn zeer licht ontvlambaar.
Houd vonken, warme voorwerpen en open vuur uit de buurt van