Aanwijzingen m.b.t. deze handleiding Deze handleiding is zo ingedeeld dat u te allen tijde via de inhoudsopgave de benodigde informaties m.b.t. het desbetreffende onderwerp kunt nalezen. Tip Uitgebreide instructies voor de navigatie vindt u op de bijhorende CDs/DVDs en de online-hulp van het toestel. Zie hoofdstuk „Vaak gestelde vragen“ om een antwoord te vinden op vragen die vaak aan onze klantendienst gesteld worden. Deze handleiding wil u in begrijpelijke taal leren werken met uw navigatiesysteem.
Inhoud Veiligheid en onderhoud ........................................................................1 Veiligheidsraadgevingen ......................................................................................1 Gegevensbeveiliging ........................................................................................1 Voorwaarden van uw werkomgeving ...............................................................2 Reparaties .............................................................................
Gebruik van geheugenkaarten........................................................................21 Gegevens uitwisselen via kaartenlezer ............................................................21 Navigatiesysteem terugstellen............................................................................22 Soft Reset........................................................................................................22 Hard Reset .........................................................................
Travelguide (optionaal) .......................................................................45 AlarmClock (Wekfunctie) (optionaal) ..................................................46 Overzicht van het hoofdscherm .........................................................................46 Beschrijving van de toetsen................................................................................47 Instellen van de systeemtijd............................................................................
Garantievoorwaarden voor Nederland .................................................67 Garantievoorwaarden voor België ........................................................72 Kopiëren, fotokopiëren en verveelvoudigen van dit handboek ............76 Index.....................................................................................................77 Copyright © 2007, versie 21/05/07 Alle rechten voorbehouden. Dit handboek is door de auteurswet beschermd.
vi
Veiligheid en onderhoud Veiligheidsraadgevingen Gelieve dit hoofdstuk aandachtig te lezen en alle raadgevingen die u hier vindt, goed op te volgen. Op die manier bent u zeker van een langdurige werking van uw apparaat. Bewaar ook het verpakkingsmateriaal en de handleiding, zodat u ze bij een eventuele verkoop van uw apparaat aan een nieuwe eigenaar kunt doorgeven. • Laat in geen geval kinderen zonder toezicht van volwassenen met elektrische toestellen spelen.
Voorwaarden van uw werkomgeving Het niet naleven van deze aanwijzingen kan storingen of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben. Voor deze gevallen geldt geen waarborg. • Laat uw navigatiesysteem en alle aangesloten apparatuur nooit in contact komen met vocht. Verder vermijdt u ook stof, hitte en directe zonnenstralen. Negeert u deze raadgevingen, dan kan dat leiden tot storingen en beschadigingen van uw apparaat. • Bescherm uw toestel in ieder geval tegen vocht bijv. door regen en hagel.
Elektromagnetische tolerantie • Bij het aansluiten van extra of andere componenten moet u rekening houden met de „Richtlijnen voor elektromagnetische tolerantie“ (EMT). Gelieve er bovendien op te letten, dat enkel bedekte kabels (max. 3 meter) voor de externe interfaces mogen worden gebruikt. • Behoud minstens één meter afstand van hoogfrekwente en magnetische storingsbronnen (televisietoestel, luidsprekerboxen, GSM enz. ) om de goede werking niet in gevaar te brengen en gegevensverlies te vermijden.
Aansluiten Neem volgende raadgevingen in acht om uw apparaat op een correcte manier aan te sluiten: Stroomvoorziening via Auto-adapter • Gebruik de auto-adapter enkel in een sigarettenaansteker van een auto (autobatterij = DC 12V of batterij vrachtwagen = 24V !). Als u niet zeker bent van het type stroomvoorziening in uw voertuig, contacteer dan uw autofabrikant. Stroomvoorziening via netadapter (optionaal) • Het stopcontact moet in de buurt van het apparaat en makkelijk toegankelijk zijn.
Conformiteitsinformatie R&TTE Met deze apparaat wordt de volgende draadloze apparatuur meegeleverd: • Bluetooth (alleen bij de modellen 3315 en 3415) Hierbij verklaart MEDION AG dat deze toestel in overeenstemming is met de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Volledige conformiteitsverklaringen vindt u onder www.medion.com/conformity. Accuwerking Uw apparaat wordt door een ingebouwde accu gevoed.
Onderhoud van het display • Vermijd krassen op het beeldscherm. Het oppervlak kan immers vlug worden beschadigd. Wij raden het gebruik aan van een displaybeschermfolie, om zo krassen en vuil te vermijden. U kunt dergelijke folie in de handel verkrijgen. De folie die bij de levering op het display werd aangebracht, dient enkel als transportbescherming! • Draag er goed zorg voor dat u geen waterdruppels op het beeldscherm achterlaat. Water kan immers blijvende verkleuringen veroorzaken.
Afvalverwijdering Apparaat Behandel het apparaat op het eind van de levensduur in geen geval als gewoon huisvuil. Informeer naar de mogelijkheden om het milieuvriendelijk als afval te verwijderen. Verpakking Om uw toestel tijdens het transport tegen beschadiging te beschermen, wordt het in een verpakking geplaatst. Verpakkingen zijn uit materialen vervaardigd die op een milieuvriendelijke manier behandeld en op een correcte manier gerecycleerd kunnen worden.
In de levering begrepen Gelieve de volledigheid van de levering te controleren en ons binnen 14 dagen na aankoop te contacteren, indien de levering niet compleet is. Gelieve hiervoor zeker het serienummer op te geven.
Componenten Vooraanzicht n p q Nr. Component Beschrijving n Microfoon Voor de handenvrije installatie (alleen bij de modellen 3315 en 3415) q Touch Screen Toont de gegevensoutput van het apparaat. Tik met de vinger of een gepaste stift met „stompe“ punt op het beeldscherm om menuopdrachten te selecteren of gegevens in te voeren. p Weergave Knippert rood, wanneer een extra accu wordt geladen en licht op groen, waneer de bijkomde accu opgeladen is.
Achteraanzicht GPS Antenne n o p Nr. Component Beschrijving n Stift Raak het touch screen aan om gegevens in te voeren. Trek de stift voor gebruik uit zijn houder en plaats hem na gebruik terug. o Externe GPS Aansluiting voor een optionele tweede antenne. antenneaansluiting p Luidspreker 10 Geeft gesproken aanwijzingen en waarschuwingen weer.
Onderaanzicht n Nr. Component n Hoofdschakelaar / Batterij-schakelaar Beschrijving Scheidt het toestel volledig van de batterij (ook harde reset). Bovenaanzicht n Nr. Component n Navigatietoets o Aan- en uitschakelaar o Beschrijving Toets om binnen de navigatie het adres in te geven Schakel het toestel in of uit door een keer kort op de knop te drukken. (Standby modus).
Linker kant n o p Nr. Component n Koptelefoon Beschrijving Aansluiting voor koptelefoon (3,5mm). De toestel gedurende lange tijd op volle sterkte gebruiken, kan het gehoor van de gebruiker beschadigen. o TMC-aansluitng Hier heeft u de mogelijkheid, een FM-antenne voor de TMC-ontvangst aan te sluiten (alleen bij de modellen E3215 en E3415) p Mini-USB- Aansluiting voor de verbinding met een pc via de USBkabel (voor de gegevensaf-stemming) aansluiting voor de externe stroomvoorziening.
Rechter kant n o p q Nr. Component n o Volume + p Volume q SD/MMC-sleuf Reset-opening Beschrijving Herstart de apparaat. (Soft Reset, blz. 22). Luider Stiller Sleuf voor de opname van een optionele SD/MMC(Secure Digital)-kaart.
Eerste initialisatie Hierna wordt u stap voor stap door de eerste initialisatie van het navigatie-systeem gevoerd. Verwijder eerst de transportbeschermfolie van het scherm. I. Accu laden Opgelet Naargelang de laadstatus van de ingebouwde accu kan het nodig zijn het toestel eerst voor een bepaalde duur op te laden, voordat de initiële installatie kan worden uitgevoerd.
II. Stroomvoorziening Autoadapter o n (lijkende afbeelding) 1. Steek de stekker (n) van de verbindingskabel in de daarvoor voorziene aansluiting aan de onderkant van uw toestel (blz. 11). 2. Steek nu de stroomadapterstekker (o) in de sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief functioneren kunnen leiden.
Netzadapter (optionaal) Adapterstekker o n (lijkende afbeelding) 1. Schuif de optionele adapterstekker in de sleuf aan de achterkant van de netadapter. Druk op de Push toets, zodat de adapterstekker kan vergrendelen. 2. Steek de kabel van de netadapter (n) in de mini-USB-aansluiting aan de linker kant van het navigatiesysteem. 3. Steek de netadapter (o)in een gemakkelijk bereikbaar stopcontact.
III. Toestel inschakelen 1. Schakel de hoofdschakelaar aan de onderkant van het toestel in de ON-stand. Opgelet! Laat de hoofdschakelaar altijd in de ON-stand, tenzij u nieuwe instellingen will invoeren. Wanneer de schakelaar in de OFF-stand gezet wordt, gaan alle gegevens in het vluchtige geheugen van uw toestel verloren. Het navigatiesysteem start de initialisering automatisch. Er verschijnt een merklogo en na enkele seconden toont uw toestel het hoofdscherm**.
Opmerking Zolang uw navigatiesysteem op een extern voedingssysteem aangesloten is of op accu werkt, volstaat een korte druk op de aan/uit-knop om het apparaat in- of uit te schakelen (standby mode). Via de button Instellingen op het hoofdscherm van uw apparaat kunt u de bedrijfstijd aan uw behoeften aanpassen. Uw toestel wordt zo geleverd, dat het zich niet van zelf uitschakelt.
Algemene gebruiksaanwijzingen In- en uitschakelen Na de initiële inrichting is uw toestel in zijn normale toestand van gereedheid. Met de aan- en uitschakelaar activeert en deactiveert u uw toestel. 1. Druk kort op de aan- en uitschakelaar zetten. om uw navigatietoestel aan te Opmerking Via de button Instellingen op het hoofdscherm van uw apparaat kunt u de bedrijfstijd aan uw behoeften aanpassen. Uw toestel wordt zo geleverd, dat het zich niet van zelf uitschakelt. 2.
Werken met geheugenkaarten Uw navigatie-systeem ondersteunt Mini- SD geheugenkaarten. Geheugenkaarten invoeren 1. Neem de geheugenkaart (optionaal) voorzichtig uit de verpakking (indien beschikbaar). Let er op, dat u de contacten niet aanraakt en dat ze niet vuil worden. 2. Breng de geheugenkaart in de kaartensleuf in, waarbij de aansluiting naar de contacten naar voren moeten wijzen. De kaart moet zich makkelijk laten vastklikken.
Gebruik van geheugenkaarten • Het apparaat ondersteunt enkel geheugenkaarten, die in het gegevensformat FAT16/32 werden geformatteerd. Indien u kaarten gebruikt die met een ander format werden voorbereid (vb. in camera’s, MP-3spellen), zal uw apparaat deze mogelijk niet erkennen en zal u aanbieden deze opnieuw te formatteren. Opgelet Het formatteren van de geheugenkaarten zal alle gegevens onherstelbaar wissen.
Navigatiesysteem terugstellen Soft Reset Er bestaat een mogelijkheid om het navigatiesysteem te resetten indien het niet meer juist reageert of werkt. Bij deze mogelijkheid start het navigatie-systeem opnieuw op, zonder dat het nodig is een nieuwe installatie te doen. De Reset wordt dikwijls gebruikt om het geheugen te reorganiseren. Daarbij worden alle lopende programma’s afgebroken en wordt het werkgeheugen opnieuw van zijn beginwaarden voorzien.
Navigatie Veiligheidstips voor navigatie Een uitvoerige handleiding vindt u op de bijbehorende CDs/DVDs. Tip voor de navigatie • Voer geen instellingen aan het navigatie-systeem uit tijdens het rijden, om uzelf en anderen niet nodeloos in gevaar te brengen! • Als u een keer de gesproken aanwijzingen niet hebt verstaan of onzeker bent, wat u bij het volgende kruispunt moet doen, dan kunt u zich met behulp van de kaart- of pijlweergave snel oriënteren.
Tips voor gebruik in een voertuig • Let tijdens de installatie van de houder erop, dat de houder bij ongevallen geen veiligheidsrisico vormt. • Bevestig de componenten stevig in uw voertuig en let bij de installatie op een vrij uitzicht. • Het beeldscherm van het toestel kan lichtreflecties veroorzaken. Let er dus op dat u tijdens de werking niet verblind wordt. • Leg de kabel niet in de onmiddelijke nabijheid van componenten die belangrijk zijn voor de veiligheid.
I. Montage van de autohouder Opgelet Monteer de houder van het navigatie-systeem enkel dan aan de voorruit als uw zicht niet wordt belemmerd. Als dit niet mogelijk is, dan monteert u de houder met de zuigerplaat, zodat de houder een veilig gebruik zonder risico’s mogelijk maakt. zuigerplaat (optionaal) snaphebel (lijkende afbeelding) Tip Als u de houder aan de voorruit wilt aanbrengen, dan kan u de stappen 1 en 2 overslaan.
Tip Naargelang de uitvoering is uw navigatie-systeem alternatief voorzien van een autohouder met flexibele stang. 1. Verwijder de beschermfolie van het kleefvlak van de zuigerplaat. 2. Kleef de zuigerplaat vast aan een geschikte plek op uw instrumentenpaneel. Let er op, dat het oppervlak van het instrumentenpaneel schoon is en druk de zuigerplaat vast. Tip Om een goede hechting te verkrijgen, wordt de zuigerplaat het best gedurende 24 uur niet belast.
III. Bevestiging van de navigatiesysteem 1. Sluit de autoadapter (zie pagina 15) en eventueel de externe GPS-antenne op uw navigatiesysteem aan en breng de geheugenkaart in. 2. Zet het toestel in het midden onderaan op de schaal en duw het zachtjes naar achter, totdat het erin sluit. 3. U zet de houderschelp op de bevestigingspinnen van de autohouder. 4. Nu schuift u het toestel naar beneden totdat het hoorbaar vergrendelt. 5.
IV. Autoadapter aansluiten o n (lijkende afbeelding) 1. Steek de stekker (n) van de verbindingskabel in de daarvoor voorziene aansluiting aan de linker kant van uw toestel (blz. 11). 2. Steek nu de stroomadapterstekker (o) in de sigarettenaansteker en zorg ervoor, dat deze tijdens de rit het contact niet verliest. Dit zou immers tot een foutief functioneren kunnen leiden. Tip Trek na de rit, of als u uw wagen gedurenden langere tijd niet gebruikt, de stroomadapterstekker uit de sigarettenaansteker.
V. Navigatiesoftware starten Tip Bevat uw geheugenkaart (extra) kaarten, dan moet de geheugenkaart tijdens het gebruik van het navigatiesysteem steeds in het apparaat zitten. Als de geheugenkaart tijdens het gebruik verwijderd wordt, al is het kortstondig, moet een reset uitgevoerd worden om het navigatiesysteem opnieuw te starten (blz. 22). Naargelang het navigatiesysteem gebeurt deze reset automatisch. 1. Schakel uw navigatiesysteem in. 2.
Handsfree installatie via Bluetooth De Bluetooth-technologie wordt gebruikt om korte afstanden draadloos te overbruggen. Bluetooth-toestellen verstuurt gegevens via radiosignalen zodat andere toestellen die deze technologie ook ondersteunen zonder kabels met elkaar kunnen communiceren. Vooraleer u uw navigatiesysteem als handsfree installatie met uw Bluetooth gsm kunt gebruiken, dienen de beide toestellen op elkaar afgestemd te worden (koppeling).
Overzicht van de belangrijkste toetsen in de Bluetooth-toepassing Toets Beschrijving Geeft aan, dat het mobieltje met een ander toestel verbonden is. Geeft aan dat het mobieltje niet gekoppeld is. Oproep uitvoeren/aannemen Oproep beëindigen/weigeren Instellingen Instellingen volume Instellingen microfoon Overdracht terug naar het mobieltje terug naar de ‘handenvrije’ modus Een klik op dit icoontje verbreekt de verbinding met het mobieltje weer.
Navigatiesysteem en gsm koppelen 1. Aktiveer de Bluetoothfunctie op uw mobieltje. Elke gsm doet dit op een andere manier. Gelieve vooraf zeker de handleiding van uw gsm te raadplegen. 32 aan te 2. Start de zoekprocedure op het hoofdscherm door twee keer tippen. Dan verschijnt het volgende scherm: 3. Tip nog een keertje 4. Wanneer het zoeken succes opleverde, kiest u uit de zoekresultaten het gewenste toestel. aan, om de zoekprocedure op te starten.
5. Voer een PIN-code in. 6. Herhaal het invoeren van de PIN-code op uw mobieltje. Opmerking Afhankelijk van het mobieltje, moeten de stappen 5 en 6 eventueel in omgekeerde volgorde woirden uitgevoerd. 7. Het uitgezochte mobieltje wordt herkend en nu staat de handenvrije modus via het navigatiesysteem te uwer beschikking. Tip Van zodra u het navigatiesysteem uitschakelt of er een grotere afstand ontstaat tussen uw gsm en het navigatiesysteem, dan moet deze procedure herhaald worden.
Een oproep doen 1. Tip op het Bluetoothscherm aan en voer het nummer in, dat u wil opbellen. 2. Start de oproep met . 3. Het ingevoerde nummer wordt gekozen en het gesprek komt tot stand. 4. Om het gesprek te beëindigen, tipt u aan. Inkomende oproepen aannemen Hier klikken om een oproep aan te nemen. Hier klikken om een oproep te beëindigen of te weigeren.
Informatie over verkeerscontroles De waarschuwingsfunctie voor verkeerscontroles is bij het eerste gebruik standaard niet geactiveerd. De huidige status van de waarschuwingsfunctie wordt aangegeven door het gekleurde kleine vierkantje onderaan rechts. (rood = niet geactiveerd, groen = geactiveerd) Door te klikken op het rode vierkantje komt u in het menu om de waarschuwingsfunctie te activeren. Gelieve de juridische opmerking te lezen vooraleer u de functie activeert.
Als de waarschuwingsfunctie geactiveerd is, worden in de 2D-kaarten de verkeerscontrole-punten aangeduid. De akoestische waarschuwing voor een verkeerscontrole gebeurt aan de hand van een waarschuwingstoon op een afstand van ong. 15 seconden van het verkeerscontrolepunt. Een dubbele waarschuwingstoon volgt dan op een afstand van ong. 7 seconden. Een viervoudige waarschuwingstoon wijst op een te hoge snelheid.
MP3-speler (optionaal) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem over een MP3-speler. 1. Start de mp3-speler vanuit het hoofdbeeldscherm door op de toets “MP3speler“ te drukken. U kunt de mp3-speler ook vanuit de navigatiesoftware opstarten. 2. Alle mp3-bestanden op de geheugenkaart kunnen in een favorietenlijst opgenomen worden en kunnen afgespeeld worden. Overzicht van het hoofdscherm Toets Omschrijving of of Springt naar het vorige of volgende nummer.
Toets Omschrijving Stopt het actuele nummer Veranderen van de weergavemodi: (normal) Normaal: Speelt alle bestanden in volgorde af en stopt na het laatste bestand. (shuffle) Shuffle: Afspelen van een toevallig gekozen bestand. (repeat) Repeat: Herhaalt voortdurend het huidige bestand. (repeat all) Repeat all: Speelt alle bestanden in volgorde af en begint na het afspelen van het laatste bestand opnieuw met het eerste bestand.
De gekozen nummers worden door een Om uw keuze te bevestigen, druk nu op nummers in de favorietenlijst opgeslagen. Met gekenmerkt. . Pas dan worden de gemarkeerde verwijdert u de markering van de nummers in de huidige lijst. Om een nummer te kiezen in mappen, druk op de gewenste map en kies hier het gewenste nummer. Met komt u terug in de bovengeschikte lijst. Als in een lijst niet alle nummers gekozen zijn, wordt dat door het symbool aangeduid.
Picture Viewer (optionaal) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem over een Picture Viewer. Met de Picture Viewer kunt u foto’s in jpg-formaat bekijken die zich op de geheugenkaart van uw navigatiesysteem bevinden. Alle foto’s die zich op de geheugenkaart bevinden zijn onmiddellijk te bekijken. Bediening van de Picture Viewer Start de Picture Viewer vanuit het hoofdbeeldscherm door op de toets “Picture Viewer“ te drukken.
Grote foto Afb.: Grote foto zonder bedieningspaneel Klik bij de grote foto onderaan op het beeldscherm om het bedieningspaneel te activeren: Afb.: Grote foto met bedieningspaneel Toets Omschrijving Vorige foto Draaien 90° met de klok mee Raster invoegen Diashow starten Diashow stopzetten Draaien 90° in tegenwijzerzin Volgende foto Door op het midden van de foto te klikken, keert u terug naar de kleine foto’s.
Door op het symbool onderverdeeld. (raster invoegen) te drukken, wordt de foto in 6 velden Afb.: Grote foto met raster Door op een vierkant te klikken, wordt dat deel van de foto vergroot: Afb.: Zoom in modus Door op het midden van de foto te klikken, keert u terug naar de grote foto.
Video Player (optionaal) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem over een Video Player. 1. Start de videospeler vanuit het hoofdscherm door op de knop“Video Player“.
Kies de gewenste video en bevestig met Knop : Beschrijving of of Doorspoelen / Terugspoelen Verhoogt of verlaagt het volume. De aanduiding bovenaan rechts op het scherm geeft het huidige volume weer. Map Explorer Start de weergave. Pauzeert de weergave op de gewenste plaats. Beëindigt de weergave. Bevestigt een actie. Terug naar het vorige menu Sluit de toepassing.
Travelguide (optionaal) Naargelang de softwareuitrusting beschikt uw navigatiesysteem over een Travelguide. De Travelguide geeft algemene informatie over verschillende aspecten van bepaalde steden of regio’s in Europa, zoals bv. bezienswaardigheden, restaurants, cultuur en reisinformatie. Start de Travelguide vanuit het hoofdbeeldscherm door op de toets “Travelguide“ te drukken. U kunt de Travelguide ook vanuit de navigatiesoftware opstarten.
AlarmClock (Wekfunctie) (optionaal) Afhankelijk van de software is uw navigatiesysteem uitgerust met een AlarmClock / wekfunctie. Start deze functie vanuit het hoofdscherm op door het schakelvlak “AlarmClock“ aan te tippen. De wekfunctie kan zowel als normale wekker fungeren wanneer het toestel uitgeschakeld is (standbymodus/ energiebesparingsmodus) alsook als herinnering tijdens de lopende navigatie. Overzicht van het hoofdscherm Dit beeld krijgt u, waanneer u nog geen wekuur heeft ingesteld.
Beschrijving van de toetsen Toets Beschrijving Huidige systeemtijd Instelmodus (instellen van volume, systeemtijd en alarmgeluid) Nachtmodus (stand-by-modus) Nieuwe instelling/Deactiveren van de wekfunctie Instellen van de wekuur Wissen van de invoer Bevestigingstoets Volume verminderen Volume verhogen Terug naar het vorige menu Sluit de toepassing Instellen van de systeemtijd In de rechterbovenhoek van het scherm wordt het huidige uur aangegeven. Dat kunt u als volgt aanpassen: 1.
2. Toets op om het uur in te stellen. Opmerking De systeemtijd wordt ge-updated bij GPS-ontvangst. Let daarbij ook op de juiste instelling van de tijdzone. Keuze van een wektoon 1. Om een wektoon uit te kiezen, tikt u op . 2. Kies, zoals beschreven bij de MP3-speler, de gewenste wektoon uit en bevestig deze met . 3. De uitgekozen wektoon wordt door een 4. Sluit de toepassing met 48 . Nederlands gekenmerkt.
Volume instellen Door de toets aan te toetsen kunt u het volume van het weksignaal aanpassen. Opmerking Het hier geconfigureerde volume heeft enkel betrekking op het weksignaal en wijzigt het volume van de gesproken navigatie of van de andere functies van het systeem niet. Snoozefunctie Als de wekker afgaat op het aangeduide uur, kunt u het weksignaal via de snoozefunctie op regelmatige tijdstippen laten herhalen: 1. Toets op om de snoozefunctie te activeren. Huidige systeemtijd Ingestelde wektijd Abb.
Abb.: Aktivierte Snooze-Funktion 1. Om de dag nadien weer op het ingegeven tijdstip gewekt te worden, beëindigt u de snoozefunctie via het schakelvlak . verlaat u de wekaanduiding en keert u terug naar het Door te klikken op scherm van voor het wektijdstip terug. Beëindigen van de AlarmClock 1. Om het ingestelde wekuur te deactiveren, toets u op . 2. U bevindt zich nu in de instellingsmodus. 3. Toets op 50 , om de toepassing te verlaten. Er is geen wektijd ingesteld..
Dikwijls gestelde vragen Waar vind ik meer informatie over het navigatie-systeem. Uitgebreide handleidingen voor de navigatie vindt u op de CD/DVD die met uw apparaat worden meegeleverd. Gebruik als bron voor extra hulp ook de uitgebreide hulpfuncties, die u eenvoudigweg kunt intoetsen (veelal de F1-toets op de PC) of aanstippen op het vraagteken (bij de navigatie-systeem). Deze hulpfuncties worden tijdens het gebruik van de computer of het apparaat ter beschikking gesteld.
Service Eerste Hulp bij problemen Problemen kunnen soms door heel banale redenen ontstaan, maar soms ook heel ingewikkeld en moeilijk te analyseren zijn. Verbindingen en kabels controleren Voer een zorgvuldige visuele controle van alle kabelverbindingen uit. Als de indicatielichten niet werken, controleert u of de computer en alle randapparatuur met voldoende stroom verzorgd worden. Tip Schakel de toestels uit en controleer alle kabelaansluitingen.
Fouten en mogelijke redenen Het navigatiesysteem reageert niet meer of gedraagt zich atypisch. • Voer een Reset uit (blz. 22). Het navigatiesysteem wordt door ActiveSync® enkel als gast herkend. • Zie informatie op pagina 58. Na de installatie van ActiveSync® krijg ik foutmeldingen van een serviceprogramma. • Het programma legt in een door het systeem gedefinieerde tijdelijke folder het bestand WCESCOMM.LOG aan dat niet gewist kan worden.
Appendix Bijzondere functie CleanUp (Engelstalig programma) De CleanUp-functie dient voor het gericht wissen van pc-gegevens die niet langer gebruikt worden. BELANGRIJK Gebruik deze functie zeer voorzichtig aangezien er gegevens gewist kunnen worden die dan handmatig hersteld moeten worden. De CleanUp-functie wordt geactiveerd wanneer onmiddellijk na de starttoon na een reset kortstondig de „o“ in het GoPal-schrift van het hoofdmenu aangetikt wordt. De CleanUp-functie bevat 6 opties: 1.
5. Factoryreset Terugzetten in de leveringstoestand bij intacte hoofdinstallatie. 6. Format Flash Formatteert het interne “My Flash Disk” geheugen. Bij een uitgebreide foutcorrectie kan deze formattering eventueel noodzakelijk zijn. Na de uitvoering van de formatfunctie is het noodzakelijk het scherm opnieuw te kalibreren. Ook worden alle gegevens in het interne “My Flash Disk” geheugen gewist, zonder kans op herstelling (kijk Remove All).
Synchronisatie met de PC I. Microsoft® ActiveSync® installeren Voor de overdracht van gegevens tussen uw pc en uw navigatiesysteem heeft u het ® ® programma Microsoft ActiveSync nodig. U hebt samen met uw apparaat een licentie van dit programma verkregen. U vindt het op de Support CD. Tip Gebruikt u het besturingssysteem Vista™ van Windows, dan heeft u de ActiveSync®-communicatiesoftware niet nodig.
Onder Windows® 2000 of XP moet u de administratierechten hebben om de software te installeren. Belangrijk De navigatiesysteem nog niet met uw PC verbinden. 1. Plaats de support-cd en wacht tot het programma automatisch start. Tip Indien dat niet werkt, is waarschijnlijk de zogenoemde Autorun functie gedesactiveerd. Om de installatie manueel te starten, moet het programma Setup op de cd gestart worden. 2.
III. Werken met Microsoft® ActiveSync® Zodra u uw navigatiesysteem met uw PC verbindt wordt ActiveSync® automatisch opgestart. Het programma controleert, of het om een toestel gaat waarmee een partnerschap is afgesloten. Als dat zo is, dan worden de wijzigingen op de PC en op het navigatiesysteem, die sinds de laatste synchronisatie hebben plaatsgevonden, met elkaar vergeleken en gecoördineerd.
GPS (Global Positioning System) Het GPS is een satellietondersteund systeem voor de positiebepaling. Met behulp van 24 satellieten die rond de aarde cirkelen is een tot op enkele meters nauwkeurige plaatsbepaling op aarde mogelijk. De ontvangst van de satellietsignalen gebeurt via de antenne van de ingebouwde GPS-ontvanger die daarvoor een „vrij zicht“ op minstens 4 van deze satellieten nodig heeft. Tip Bij beperkte zichtbaarheid (bijv.
TMC (Traffic Message Channel) Traffic Message Channel (TMC) is een digitale radio-datadienst, die op een vergelijkbare manier als RDS werkt en gebruikt wordt voor het verzenden van informatie over verkeersstoringen aan geschikte ontvangers. De verkeersinformatie wordt voortdurend via FM verzonden. Omdat dit signaal constant wordt uitgezonden is de gebruiker minder afhankelijk van de verkeersinformatie, die enkel om het halve uur wordt uitgezonden. Bijkomend kan belangrijke informatie, b.v.
Installatie van een externe TMC-ontvanger / TMC FMantenne (optionaal) Installatie van een externe TMContvanger 1. Sluit de mini-USB-stekker op het mini-USB-contact van uw toestel aan. 2. Sluit de draadantenne op de TMContvanger aan en bevestig de antenne met behulp van de zuigvoeten b.v. op de rand van uw voorruit. 3. Nadat u de TMC-ontvanger op uw navigatietoestel hebt aangesloten, sluit u de TMC-ontvanger op het autoadapterkabel aan Installatie van een TMC FMantenne 1.
Bijkomenden Kaarten Uw navigatiesysteem is standaard al met gedigitaliseerde kaarten in het interne geheugen en/of op een geheugenkaart uitgerust. Naargelang de uitvoering zijn er bijkomende gedigitaliseerde kaarten op uw navigatie CDs/DVDs. Deze kaarten kunt u onmiddellijk naar een geheugenkaart kopiëren. Het gebruik van een externe kaartlezer wordt hiervoor aanbevolen (zie ook pag. 21).
Alternatieve installatie van de navigatiesoftware van een geheugenkaart De software voor uw navigatiesysteem kan ook rechtstreeks van een daarvoor voorziene geheugenkaart geïnstalleerd worden. De voorgeïnstalleerde software moet eventueel vooraf verwijderd worden (zie Bijzondere functie CleanUp, blz. 54). Tijdens de initiële inrichting wordt u gevraagd de navigatiesoftware te installeren. U doet dat zoals hieronder beschreven: 1. Verwijder de geheugenkaart voorzichtig uit de verpakking.
Stuur-/Fietsmontage (optionaal) Als optie kunt u uw navigatiesysteem ook op uw fiets bevestigen. Daarvoor heeft u een speciale houder nodig. Hierna wordt de montage uitgelegd. Binnenzeskantsleutel Schroeven Klem Houplaat (lijkende afbeelding) 1. Draai met behulp van de binnenzeskantsleutel beide schroeven los, die de houplaat met de klem verbinden. 2. Verwijder de rubberen ring en wikkel hem rond het stuur. 3. Plaats de klem op uw fietsstuur door deze van onderen over het stuur te trekken. 4.
Technische specificaties Parameter Gegevens Stroomvoorziening KTEC KSAFB0500100W1UV-1 Netadapter ingang uitgang 100-240V~ 50-60Hz + 5V 1.0A max. Phihong CLA05D-050A Stroomvoorziening met stroomadapterkabel voor sigarettenaansteker ingang uitgang 12-24V, 1A max. 5V --- 1A Koptelefoon Koptelefoon (3,5 mm) Type geheugenkaart SD/MMC Bluetooth (afhankelijk van het model) Class 2 Stekkertype van de externe GPSontvanger MMCX USB-Schnittstelle USB 1.1 Afmetingen ca.
Modeloverzicht Model Bluetooth TMC via externe TMContvanger (via mini-USB) E3115 { { z z z { z { E 3215 E 3315 E 3415 z = Uitrusting voorhanden { = Uitrusting niet voorhanden 66 Nederlands TMC via geïntegreerde TMContvanger en TMCwerpantenne { z { z
Garantievoorwaarden voor Nederland I. Algemene garantievoorwaarden 1. Algemeen De garantie begint altijd op de dag dat het MEDION product bij MEDION of bij een officiële MEDION handelspartner is gekocht (koopdatum aankoopbewijs of datum origele afleveringsbon) en heeft betrekking op alle soorten materiaal- en productiefouten die bij normaal gebruik kunnen ontstaan. Het type en de duur van de garantie voor uw product treft u aan op de garantiekaart.
die niet behoren bij de bij de oorspronkelijke aankoop meegeleverde accessoires is MEDION op geen enkele wijze verantwoordelijk. Deze garantie heeft geen gevolgen voor uw wettelijke aanspraken en is onderworpen aan het geldende recht in het betreffende land waar u als eerste het product heeft gekocht van een door MEDION geautoriseerde handelspartner. Indien en voor zover deze garantievoorwaarden inbreuk maken op uw wettelijke rechten gaan uw wettelijke rechten natuurlijk voor.
3. Uitsluitingen Niet onder de garantie vallen: • normale slijtage; • verbruiksmaterialen; • zoals bv.
Mocht tijdens het onderzoek naar het defecte product blijken dat het defect niet wordt gedekt door de garantie, dan zal MEDION u hiervan op de hoogte stellen en u hierbij in de gelegenheid stellen om aan de hand van een offerte een beslissing te nemen over de vraag of u het defecte product toch gerepareerd/vervangen wenst te zien. In deze offerte zal een opgave worden verstrekt van de met de reparatie/vervanging gemoeide kosten. 4.
III. Bijzondere garantiebepalingen voor de reparatie aan huis respectievelijk de omruiling aan huis Voor zover uit garantiekaart behorende bij het product blijkt dat u recht heeft op een reparatie dan wel een omruiling aan huis gelden deze bijzondere garantiebepalingen alleen voor de reparatie dan wel omruiling aan huis.
Garantievoorwaarden voor België I. Algemene garantievoorwaarden 1. Algemeen De garantie neemt steeds aanvang op de dag dat het MEDION product bij MEDION of bij een officiële MEDION handelspartner is gekocht. De exacte datum van aanvang is deze vermeld als koopdatum op het aankoopbewijs of de datum vermeld op de originele afleveringsbon. De garantie heeft betrekking op alle soorten gebreken die het gevolg zijn van materiaal-en productiefouten bij nromaal gebruik.
die niet behoren bij de bij de oorspronkelijke aankoop meegeleverde accessoires is MEDION op geen enkele wijze verantwoordelijk. Deze garantie doet geen afbreuk aan de rechten van de consument bepaald door de nationale wetgeving van het land waar U de desbetreffende goederen (het eerst) aankocht, noch aan de rechten waarover U, volgens dezelfde nationale regelgevingen, beschikt ten overstaan van de door MEDION geautoriseerde handelspartner als gevolg van de koop-verkoop overeenkomst.
3. Uitsluitingen Niet onder de garantie vallen: 74 • normale slijtage. • verbruiksmaterialen. • zoals bv. projectielampen in beamers. • producten waarvan merk-, typeaanduiding en/of serienummer zijn veranderd of verwijderd. • de beschikbaarstelling van driver- of software-updates/upgrades. • geringe afwijkingen die voor de functionaliteit van de zaak niet van belang zijn. • defecten als gevolg van onjuist of onoordeelkundig gebruik.
gelen, defecten aan machines, storingen in de levering van gas, water- en elektriciteit, vervoersproblemen). Mocht tijdens het onderzoek naar het defecte product blijken dat het defect niet wordt gedekt door de garantie, dan zal MEDION u hiervan op de hoogte stellen en u hierbij in de gelegenheid stellen om aan de hand van een offerte een beslissing te nemen over de vraag of u het defecte product toch gerepareerd/vervangen wenst te zien.
III. Bijzondere garantiebepalingen voor de reparatie aan huis respectievelijk de omruiling aan huis Voor zover de betreffende garantiekaart bij het product uitdrukkelijk vermeldt dat u recht hebt op en reparatie dan wel omruiling aan huis, gelden bijzondere garantiebepalingen die uitsluitend in voornoemde gevallen toepasbaar zijn.
Index Navigatiesoftware installeren ....18 A Elektromagnetische tolerantie ......... 3 EMT ................................................ 3 Aan- en uitschakelaar .................... 11 Accuwerking ................................... 5 Externe antenneaansluiting ........... 10 Externe GPS-Antenne .................... 59 Achteraanzicht .............................. 10 Afvalverwijdering ............................ 7 AlarmClock (Wekfunctie) ............... 46 Autoadapter ............................
Nummer kiezen en opslaan in de favorietenlijst ....................38 Stand van de antenne ................... 24 N Stift ............................................... 10 Stroomvoorziening ......................... 4 Navigatie Bevestiging van de navigatiesysteem ...................27 Stuur-/Fietsmontage ..................... 64 Synchronisatie met de PC Met de PC verbinden.................57 Montage van de autohouder.....25 ® ® Microsoft ActiveSync i nstalleren ..............................