Operation Manual
17 van 46
5.9.2. Pc's met ruimtelijk geluidssysteem (Surround)
(optioneel)
Sluit een ruimtelijk geluidssysteem als volgt aan:
` Steek de kabel van de luidsprekers aan de voorkant in de groene aansluiting
met de aanduiding FS.
` Sluit op de aansluiting RS de achterste boxen aan.
` Sluit op aansluiting CS een centrale luidspreker of een subwoofer aan.
` Op aansluiting SS sluit u de overige luidsprekers voor de achterkant aan.
Een digitale audio-uitgang (SPDIF) (optioneel) kan met een optische kabel of een
coaxkabel worden verbonden.
` Steek een optische kabel in de optische aansluiting of een coaxkabel in de coaxi-
ale aansluiting.
` Verbind het andere uiteinde van de kabel met een audioapparaat dat over een
overeenkomstige digitale ingang beschikt.
5.10. Microfoon aansluiten (optioneel)
` Sluit op de roze aansluiting een microfoon aan met behulp van een 3,5 mm mo-
no-klinkstekker.
` Plaats de microfoon zodanig dat deze niet direct naar de luidsprekers wijst.
Daardoor voorkomt u akoestische terugkoppeling, die wordt gekenmerkt door
een luide pieptoon.
5.11. Audio-ingang/opnamebron aansluiten
Deze aansluiting dient voor het verbinden van externe analoge audiobronnen (zo-
als stereo-installatie, synthesizer etc.)
` Sluit de verbindingskabel met de 3,5 mm stereo-klinkstekker op de lichtblauwe
aansluiting aan.
5.12. Netwerk (LAN) aansluiten
Via de netwerkaansluiting kunt u uw pc voorbereiden voor netwerkgebruik.
Een netwerkkabel beschikt doorgaans over twee RJ45-stekkers, zodat het niet uit-
maakt welke kant in welke aansluiting wordt gestoken.
` Steek één uiteinde van de netwerkaansluiting in de pc-aansluiting.
` Verbind het andere uiteinde met een andere pc of een hub/switch.
Nadere informatie kunt u vinden in het hoofdstuk "Netwerkgebruik".