Operation Manual

67
Aansluitingen en bedieningselementen
(1) Schakelaar POWER
Met deze schakelaar wordt het mengpaneel in- en uitgeschakeld.
In de stand ON is het mengpaneel ingeschakeld. Als het apparaat ingeschakeld is, brandt de groene bedrijfsindicatie
boven de uitsturingsindicatie MASTER LEVEL (4).
(2) Microfoonkanaal MIC
Hier wordt de hoofdmicrofoon aangesloten, en het hoofdmicrofoonkaneel geregeld.
Aansluiting MIC: Aansluiting voor de hoofdmicrofoon
Regelaar MIC LEVEL: instelling van de microfoonluidsterkte
Regelaars HI, MID en LOW: Instelling van de geluidskarakteristiek (HI=hoge tonen, MID=middentonen, LOW=lage
tonen)
(3) Kanalen CH-1 tot CH-4
Hier worden de 4 ingangskanalen geregeld.
Ingangskeuzeschakelaar LINE/PHONO resp. LINE/USB, LINE /MIC: Selectie van de op de aansluitingen INPUT
(18, 19 en 20) aangesloten apparaten
TRIM-regelaar: Instelling van de ingangsgevoeligheid van het betrokken kanaal
Regelaars HI, MID en LOW: Instelling van de geluidskarakteristiek (HI=hoge tonen, MID=middentonen, LOW=lage
tonen)
Uitsturingsweergave: Indicatie van het betrokken ingangsniveau
(4) Uitsturingsindicatie MASTER LEVEL
Indicatie van het uitgangsniveau van het master-kanaal
(5) Schakelaar POWER
Bij ingedrukte schakelaar worden alle kanalen uitgezonderd het microfoonkanaal in volume verlaagd, om DJ-
aankondigingen mogelijk te maken.
(6) Schakelaars HEADPHONES CUE
Met deze schakelaars wordt vastgelegd, welke kanalen op het koptelefoonkanaal worden gelegd.