Operation Manual
15
Spraakbesturing
Spraakbesturing
Er zijn twee typen spraakbesturing.
Zie het instruktieboekje voor de methode van het activeren van de spraakherkenning.
Het tweede type wordt geleverd door uw navigatieapparaat en u kunt dit gebruiken voor het
plannen van routes en het bedienen van overige functies van uw navigatieapparaat. Dit doet
u door als eerste het scherm op het navigatieapparaat aan te raken.
Over gebruik van spraakbesturing met het navigatieapparaat
In plaats van het scherm aan te raken voor het bedienen van uw navigatieapparaat, kunt u uw
stem gebruiken voor het bedienen van uw navigatieapparaat.
Bijvoorbeeld, voor het verhogen van het volume van uw navigatieapparaat, kunt u zeggen
"Verhoog volume" of "Volume 50%".
Raak voor het tonen van een lijst van beschikbare opdrachten Help aan in het hoofdmenu en
raak vervolgens Product manuals aan en raak dan What can I say aan.
Belangrijk: Voor spraakbesturing is een computerstem vereist. Wanneer er geen
computerstemmen op uw navigatieapparaat zijn geïnstalleerd, is deze functie niet
beschikbaar.
Raak voor het selecteren van een computerstem Voices in het menu Settings aan en raak
vervolgens Change voice aan en selecteer een computerstem.
Opmerking: Spraakbesturing wordt niet ondersteund op alle apparatuur of in alle talen.