Quick Start Guide
Interieurvoorzieningen
21
Luchtstromingdisplay
Temperatuurinstellingdisplay (bestuurder)
Functiekeuzedisplay
Display van
airconditioningmodus
Temperatuurinstellingdisplay (passagier)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor recirculerende
lucht)
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
(stand voor aanvoer
van buitenlucht)
Bestuurderstemperatuurregelknop
AUTO schakelaar
FunctiekeuzeregelknopAanjagerregelschakelaar
OFF
schakelaar
Voorruitontwasemingsschakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar
DUAL schakelaar
A/C schakelaar
Passagierstemperatuurregelknop
Klimaatregelsysteem (Automatische type met tweevoudige werkingszone)
Bediening van de automatische airconditioning
1. Druk op de AUTO schakelaar. De keuze van de luchtstroomfunctie, de
luchtinlaatkeuzeschakelaar en het volume van de luchtstroming wordt
automatisch geregeld.
2. Gebruik de temperatuurregelknop voor het kiezen van de gewenste temperatuur.
3. Druk op de OFF schakelaar om het systeem uit te schakelen.
Druk de DUAL schakelaar in of draai de voorpassagierstemperatuurregelknop
voor het individueel regelen van de temperatuurinstelling voor de bestuurder en
voorpassagier.
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 5, “Klimaatregelsysteem”.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD










