Quick Start Guide

9
Tijdens het rijden
Hogere
gevoeligheid
Minder
gevoeligheid
Schakelaar
Middenpositie
Vergrendelknop
Zie voor bijzonderheden Hoofdstuk 4, “Transmissie” of “Schakelaars en regelaars”.
Bedieningsorganen van de automatische transmissie
Diverse blokkeringen:
Geeft aan dat u om over te kunnen
schakelen het rempedaal moet intrappen
en de vergrendelknop ingedrukt moet
houden (het contact dient op ON te staan).
Geeft aan dat de keuzehendel vrij naar
elke stand verplaatst kan worden.
Gebruik van de koplampen
Met automatische verlichtingsregeling
Gebruik van de voorruitenwissers
Met intervalruitenwisser Met automatische ruitenwisserregeling
Eén enkele wiscyclus (mist)
Lage snelheid
Schakelaarstand
Bediening van de ruitenwissers
Hoge snelheid
Wanneer de
ruitenwisserhendel in de
stand staat, tast de
regensensor de
hoeveelheid regenval op
de voorruit af en schakelt
deze de ruitenwissers
automatisch in of uit.
Intervalwerking (Met intervalruitenwisser)
Automatische regeling (Met automatische
ruitenwisserregeling)
Geeft aan dat u om over te kunnen schakelen
de vergrendelknop ingedrukt moet houden.
Zonder automatische
verlichtingsregeling
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPA3WKEM)WKFGKPFD 