Operation Manual
Vacuumeren van het systeem
13
3
Verbind de koelleiding met de ventielen en draai
de verbinding vast als in fig 1.
1.Het aantal van de buigingen in de koelleiding moet niet meer dan 10 zijn.
2. De radius van de buiging moet minimaal 10cm bedragen.
PIPE
DIAMETER
OF
PIPE
TORQUE(N m)
Liquid pipe
6.35mm ( 1/4 ) 13.7---17.6
9.52mm ( 3/8 ) 34.3---41.2 Gas pipe
Gas pipe
12.7mm ( 1/2 ) 49.0---56.4
ATTENTIE
Koppel de vulslang (lage druk) van de manifold aan
op het service ventiel.
Draai de moeren aan met het juiste koppel zoals in
onderstaand diagram vermeld.
(Fig.1)
gas shut-off
valve
Vloeistofkraan
Service ventiel
Koelleiding
gas
Koelleiding vloeistof.
Beschermmoeren
Beschermmoer
Imbussleutel
(Fig.2)
Open de lagedrukkraan van de manifold en sluit de
hogedrukkraan van de manifold.
Zuig de lucht uit het systeem met een vacuumpomp.
Sluit de lagedrukkraan en verwijder de vulslang van
het serviceventiel.
Gebruik een imbussleutel en draai het ventiel van de
vloeistofzijde 90 graden open tegen de klok in. Sluit
het weer na 10 seconden. Gebruik zeepsop om
eventuele lekken op te sporen in de koelleidingen.
Bevestig nu de beschermmoeren om de kranen
af te sluiten.
ATTENTIE
Laat geen lucht in het systeem binnendringen in
voorgaand proces.
Vacuum
pomp
Service ventiel
(Fig.3)
Manifold
Lage druk
kraan
Hoge druk
kraan
Druk meter
Vulslang
21
Open nu de vloeistofkraan en gaskraan volledig.










