Warmtepomp boiler Gebruikershandleiding & Installatiehandleiding Deze handleiding is geschikt voor de volgende modellen 200 LD 300 LD 300 LDS (met solar warmtewisselaar) Rev.
Installatie gegevens van de warmtepomp Datum installatie: : ………………………………………………………………………………….. Installateur : ………………………………………………………………………………….. Adres : ………………………………………………………………………………….. Postcode : ………………………………………………………………………………….. Woonplaats : ………………………………………………………………………………….. Telefoonnummer : ………………………………………………………………………………….. Email : ………………………………………………………………………………….. Type warmtepomp : ………………………………………………………………………………….. Serienummer : …………………………………………………………………………………..
Inhoudsopgave Par 1 Inleiding Pag 2 t/m 2 2 Veiligheids voorschriften Pag 3 t/m 4 3 Het kiezen van de juiste installatie plaats Pag 5 t/m 5 4 Specificaties van de warmtepomp Pag 6 t/m 10 5 Protectie en veiligheid Pag 11 t/m 11 6 Installatie van de warmtepomp Pag 12 t/m 16 7 Bediening van de warmtepomp d.m.
1. Inleiding Deze gebruiksaanwijzing bevat alle benodigde gegevens en informatie benodigd om deze warmtepomp te installeren,onderhouden en problemen op te lossen. Leest u deze handleiding zorgvuldig svp. De warmtepomp dient geïnstalleerd te worden conform de ter plaatse geldende voorschriften en de voorschriften in deze handleiding. Als de installatie gedaan is dient er nog een volledige inspectie plaats te vinden alvorens de warmtepomp wordt opgestart.
2 Veiligheids voorschriften Om de gebruikers van deze warmtepomp en anderen te beschermen voor verwondingen en schade aan de warmtepomp of andere zaken dient deze handleiding zorgvuldig te worden gelezen en alle volgende informatie dient correct te worden begrepen. symbool Betekenis Waarschuwing Een verkeerde handeling kan de dood en zwaar letsel tot gevolg hebben Attentie Een verkeerde handeling kan leiden tot verwondingen en beschadiging en verlies van materialen.
2 Veiligheids voorschriften Stroom schakelaar vereist Stroom schakelaar vereist Zorg ervoor dat de warmtepomp door middel van een schakelaar kan worden afgesloten van het stroomnet. Het niet naleven van deze richtlijn kan leiden tot elektrische schokken en zelfs de dood tot gevolg hebben. De warmtepomp is geschikt voor binnen opstelling. De op stellingsruimte dient een temperatuur te hebben van minimaal 0 °C. Er bestaat anders de kans op bevriezings gevaar.
3. Het kiezen van de juiste installatie plaats 3.1 Hoe de beste installatieplaats te kiezen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 3.2 De warmtepomp dient inpandig geïnstalleerd te worden Stel de warmtepomp niet bloot aan direct zonlicht of stralingswarmte vanaf een radiator of een verwarmings element. Indien het niet anders mogelijk is probeer dan een afscherming te maken. er mogen geen obstakels voor de ventilatieopeningen zitten aan de bovenkant van de warmtepomp.
4. Specificaties van de warmtepomp 4.1 Afbeelding van de warmtepomp Uitgeblazen lucht Aangezogen lucht Touch screen display controller Buffervat 4.
4. Specificaties van de warmtepomp 4.3 De schematische werking van de warmtepomp Compressor: is het apparaat wat de druk en de temperatuur van het gasvormige koelmiddel verhoogt. Water warmte wisselaar: ook wel condensor genoemd. Door deze warmtewisselaar stroomt het onder hoge druk en temperatuur gasvormige koelmiddel. Het koelmiddel geeft zijn warme af aan het water. Thermostatisch expansieventiel: Het vloeibare koelmiddel wordt door een zeer kleine vernauwing geperst.
4. Specificaties van de warmtepomp 4.4 Afmetingen van de warmtepomp Model Maat mm A B C D E 200LD 300LD 300LDS 1705 1275 1041 666 Ø560 1800 1370 1135 666 Ø640 1800 1370 1135 666 Ø640 Alle maten zijn in mm De solar warmtewisselaar is een optie en is alleen voorzien op de 300LDS uitvoering.
4. Specificaties van de warmtepomp 4.
4. Specificaties van de warmtepomp 4.
5. Protectie en veiligheid 5.1 Protectie en ingebouwde veiligheden van de warmtepomp 1 De verwarmcapaciteit De warmtepomp absorbeert warmte uit de aangezogen lucht. Hieruit wordt warmte onttrokken via de warmtewisselaar. Hoe kouder de aangezogen lucht hoe minder warmtecapaciteit de warmtepomp zal hebben.
6. Installatie van de warmtepomp 6.1 Schematische voorstelling van de installatie. 1 U dient de afstanden op de schematische installatie schets te respecteren. Deze minimum maten bevorderen een goede luchtcirculatie en maken onderhoud mogelijk. 2 Er dient altijd een inlaat combinatie gemonteerd te worden in de koud water inlaat. Dit is een wettelijke verplichting in Nederland en België zodat er geen water uit het buffervat terug kan stromen in het openbare water leiding net.
6. Installatie van de warmtepomp 6.2 Waar op te letten bij installatie van de warmtepomp 1 Kies de juiste grootte van het buffervat Als vuistregel geld dat 2 3 persoons huishoudens genoeg hebben aan een water opslag capaciteit van 200 liter. Indien er meer dan 3 personen in hetzelfde huishouden wonen dan is 300 liter water opslag capaciteit de betere keuze. Let op dat dit slechts richtlijnen zijn en per situatie sterk kunnen verschillen.
6. Installatie van de warmtepomp 6.3 Enkele voorbeelden van warmtepomp opstellingen 1 Afval warmte is gratis Als de warmtepomp wordt opgesteld in een ruimte waar reeds een ander toestel staat opgesteld kunnen we profiteren van de restwarmte in deze ruimte. 2 Ontvochtigen in recirculatie mode Als de warmtepomp de lucht aanzuigt en uitblaast in dezelfde ruimte dan zal de luchtvochtigheid in deze ruimte dalen door het drogen van de gecirculeerde lucht door de warmtepomp.
6. Installatie van de warmtepomp 6.3 Enkele voorbeelden van warmtepomp opstellingen 3 Koelen en ontvochtigen in recirculatie mode De warmtepomp kan worden opgesteld in een aangrenzende ruimte van waaruit de lucht wordt aangezogen. Indien de lucht wordt teruggeblazen in deze zelfde aangrenzende ruimte zal deze worden ontvochtigd en ook tevens worden gekoeld. 4 Variabele luchtaanvoer en afvoer Onderstaande afbeelding geeft een mogelijkheid weer om de lucht d.m.v.
6. Installatie van de warmtepomp 6.4 Aandachtspunten bij het aansluiten van het waterzijdige deel. 1 2 3 4 5 6 7 8 6.5 Aandachtspunten bij het aansluiten van het elektrotechnische deel. 1 2 3 6.5 De minimale diameter van de voedingskabel is 3 x 1,5mm Er moet altijd een Electro schakelaar worden gemonteerd om de warmtepomp van het stroomnet te kunnen afsluiten.
7. 7.1 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Functies en verklaringen van de touchscreen display Display gegevens gebied. Bedienings symbolen Verklaring van de bedieningssymbolen Nr symbool Naam Functie 1 Aan/Uit Voor het aan en uit zetten van de warmtepomp 2 Modus Voor het instellen van de verschillende bedrijfsmodi of voor het bevestigen van de settings.
7. 7.1 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Functies en verklaringen van de touchscreen display Verklaring van de gegevens symbolen symbool Naam Verklaring Verwarmen De unit staat in verwarmings modus ECO stand De unit staat in ECO modus Vakantie De unit staat in vakantie modus Koeling De unit staat in koeling modus (N.V.T.
7. Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display 7.2 Het Aan/Uit schakelen van de warmtepomp Druk op en hou ingedrukt voor 0,5 seconden in de stand by stand om de warmtepomp aan te schakelen. U zult nu ook de watertemperatuur in het bovenste gedeelte van het buffervat zien. (fig. 2) Druk op en hou ingedrukt voor 0,5 seconden in de actieve stand om de warmtepomp uit te schakelen. U zult nu het OFF symbool in de display zien. (fig.
7. Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display 7.3 Het selecteren van de juiste bedrijfs modus Druk op om de 4 mogelijke bedrijfs modi te selecteren. Achtereenvolgens kan geselecteerd worden: Normale verwarm modus Warmtepomp en elektrisch element kunnen worden gebruikt Eco verwarm modus Alleen de warmtepomp kan worden gebruikt Intelligente verwarm modus Afhankelijk van de temperatuur van de aangezogen buitenlucht wordt of de warmtepomp of het elektrische element gebruikt.
7. 7.4 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Het instellen van de juiste tijd en datum In de stand by of actieve stand kunt u als volgt de tijd en datum instellen. Druk 1x op en de tijd zal beginnen te knipperen. Druk nogmaals op en de uren zullen beginnen te knipperen. Druk op of om de uren juist in te stellen. Druk op om te bevestigen en de minuten zullen beginnen te knipperen. Druk op of om de minuten juist in te stellen.
7. 7.5 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Het instellen van de gewenste watertemperatuur. In de stand by of actieve stand kunt u als volgt de gewenste watertemperatuur instellen. Druk een keer op of om de ingestelde watertemperatuur zichtbaar te maken. Druk of om deze temperatuur te wijzigen. Na de wijziging druk om te bevestigen of om te annuleren. Als er 10 sec geen toets wordt ingedrukt worden alle instellingen opgeslagen.
7. 7.6 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Het instellen van de timer parameters In de actieve verwarmstand kunt u 2 schakeltijden instellen indien gewenst U kunt hiermee de warmtepomp op de uren laten werken die u wenst. De eerste schakeltijd is ON1 OFF1. De tweede schakeltijd is ON2 OFF2 Het instellen van schakeltijd ON1: Druk op en hou vast voor 2 sec tot ON1 begint te knipperen.
7. 7.6 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display vervolg instellen van de timer parameters Het instellen van schakeltijd ON2: Druk op en hou zolang ingedrukt tot ON2 begint te knipperen. Druk nogmaals op en de uren zullen beginnen te knipperen druk op of en stel het gewenste uur in. Druk nogmaals op en de minuten zullen beginnen te knipperen druk op of en stel de gewenste minuten in.
7. 7.7 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Het wissen van de schakeltijden Het wissen van schakeltijd ON1: Druk op en hou vast voor 2 sec tot ON1 begint te knipperen.
7. 7.7 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Vervolg wissen van de schakeltijden Het wissen van schakeltijd ON2: Druk op en hou zolang ingedrukt tot ON2 begint te knipperen.
7. 7.8 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Het instellen van de datum in vakantie modus. In de actieve stand dient eerst de vakantie modus te selecteren. Zie par. 7.2 Druk op en hou vast voor 2 seconden. Maand en dag beginnen te knipperen. Druk nogmaals op en de maand begint te knipperen. druk op of en stel de gewenste maand in. Druk nogmaals op en de dag begint te knipperen. druk op of en stel de gewenste dag in. Druk op om alles op te slaan.
7. 7.9 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Het instellen van de elektrische heater De elektrische heater kan ingesteld worden in de stand by of actieve stand Druk een keer op om de elektrische heater aan te schakelen. Het symbool verschijnt in de display. Druk een keer op om de elektrische heater uit te schakelen. Het symbool verdwijnt uit het display.
7. 7.10 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Het instellen van de ventilatie modus Deze setting kunnen alleen worden ingesteld bij de warmtepomp modellen zonder solarcircuit. Modellen 200LD en 300LD In de actieve stand druk 1x op en hou vast voor 2 seconden. De ventilator zal nu op lage snelheid doordraaien als de gewenste watertemperatuur is bereikt. Het symbool zal nu zichtbaar zijn in het display. In de actieve stand druk nogmaals op en hou vast voor 2 seconden.
7. 7.11 Bediening warmtepomp d.m.v het touch screen display Het instellen van de kinderbeveiliging Uw warmtepomp is uitgevoerd met een kinderbeveiliging. Inschakelen kinderbeveiliging. Druk op en hou vast voor 5 seconden om de kinderbeveiliging in te schakelen.
8. Onderhoud en storingscodes 8.1 Onderhoud van de warmtepomp Controleer de watertoevoer en de ventilatieopeningen regelmatig. Al Als er een waterfilter is geïnstalleerd dient deze regelmatig gecontroleerd te worden op vervuiling. t filt i ï t ll d di t d l ti t l dt d ili Vuil water kan de warmtepomp onherstelbaar beschadigen. Controleer in de wintertijd ook of de watertoevoer niet bevroren is. De warmtepomp dient in een schone en droge ruimte te staan. Maak de verdamper regelmatig schoon.
8. Onderhoud en storingscodes 8.2 Storingscodes Foutomschrijving display code Oorzaak Oplossing Bodem tank temp. fout P01 De bodem water temp. sensor is defect of heeft los contact Controleer of vervang bodem sensor Top tank temp. fout P02 De topwater temp. sensor is defect of heeft los contact Controleer of vervang top sensor Buiten temp fout P04 De buitenlucht temp.
9. 9.1 Circuit board aansluitingen Aansluitingen PCB I/O poort Nr.