Operation Manual
16
Wireless LAN
(draadloos netwerk (Engels: Wireless local area netwerk of kortweg WLAN))
Uw PC bevat mogelijk een draadloze LAN-module (optioneel). Met deze module kunt u een
draadloos netwerk opzetten en verbinding maken met een bestaand draadloos netwerk. Hij
werkt volgens de norm IEEE802.11a+b+g.
Met WLAN-technologieën kunnen gebruikers draadloze verbindingen binnen een beperkt
geografisch gebied tot stand brengen (bijvoorbeeld in een bedrijfs- of campusgebouw of een
openbaar gebouw, bijvoorbeeld een luchthaven). WLANs kunnen gebruikt worden in tijdelijke
kantooromgevingen, waar het installeren van een omvangrijke kabelinfrastructuur niet mo-
gelijk is, of om een reeds bestaand LAN uit te breiden, waardoor verschillende gebruikers
op verschillende locaties in een gebouw op verschillende tijdstippen kunnen werken.
WLAN‘s kunnen op twee verschillende manieren worden toegepast. Bij stationaire WLAN‘s
maken de draadloze stations (apparaten met een zendende netwerkkaart of een extern
modem) verbindingen met draadloze access points (toegangspunten) die functioneren
als brug tussen de stations en de aanwezige netwerkbackbone. Bij peer-to-peer (ad hoc)
WLAN‘s kunnen meerdere gebruikers, zonder gebruik te maken van access points, binnen
een beperkte ruimte, bijvoorbeeld een vergaderzaal, een tijdelijk netwerk tot stand brengen,
wanneer geen toegang tot netwerkbronnen noodzakelijk is.
In 1997 heeft de IEEE de standaard 802.11 voor WLAN‘s vastgesteld, waarbij de data-
transmissiesnelheid tussen 1 tot 2 Mb/s (Mb per seconde) werd gedefinieerd. Volgens
802.11a+b+g, de nieuwe geldende norm, is de maximale overdrachtssnelheid 54 Mbit/s,
bij een frequentie die tussen 2,4 en 5 GHz (Gigahertz) ligt.
Inleiding