Operation Manual
- 9 -
VOORUIT
1. Schakel het voertuig in
2. Druk de "Schakelaar voor voor-/achteruit" in
de stand "Vooruit".
3. Trap op het voetpedaal.
4. Het voertuig beweegt zich vooruit.
STOPPEN
1. Wanneer het voetpedaal wordt losgelaten,
stopt het voertuig vanzelf.
Achteruit
1. Schakel het voertuig in
2. Druk de "Schakelaar voor voor-/achteruit" in
de stand "Achteruit".
3. Trap op het voetpedaal.
4. Het voertuig beweegt zich achteruit.
GELUIDSTOETSEN
1. Druk de toetsen op het stuurwiel voor het
weergeven van geluiden.
KENNISGEVING:
• U dient het kind te leren dat het het voetpedaal dient los te laten voordat de snelheid of rijrichting
wordt gewijzigd. Het dient eerst te wachten totdat het voertuig tot stilstand komt voordat het verder
kan rijden.
• Voorkom dat plotseling wordt gewisseld tussen voor- en achteruit tijdens het rijden. Dit kan
overmatige slijtage van de onderdelen van de aandrijving tot gevolg hebben, of tot noodsituaties
leiden!
8. Zekering
Wanneer het voertuig niet werkt of de batterij niet opgeladen kan worden, controleer dan of de zekering
niet is doorgeslagen. Als de zekering is doorgeslagen, vervang hem dan door een nieuwe. Het
zekeringenpakket bevat een reservezekering. De zekeringhouder bevindt zich onder de stoel.
Goed
Doorgeslagen
Reservezekering
Let op: Zekering 10A










