Operation Manual

Toelichting
50
Route bewerken
Wanneer een route geactiveerd is, worden in
het verschenen submenu de laatste vier
commandos gebruikt voor het navigeren.
Stel een route heeft vijf waypoints vanaf het
begin A, naar B, naar C, naar D en naar het
einde E , dan:
1. Kies de opheffunctie d.m.v. UP/DOWN
en druk op ENTER, dan wordt de route
navigatie beëindigd (de wachtende cursor
verschijnt)
2. Kies terugkeren d.m.v. UP/DOWN en
ENTER , de selecteer pagina verschijnt. U
kunt elk willekeurig waypoint als begin kiezen
door het waypoint te markeren d.m.v.
UP/DOWN en ENTER. Nu is de unit gereed om u vanaf de start
naar waypoint A te brengen.
3. Als u zich in het midden van een route bevindt, bijvoorbeeld
tussen waypoint A en B kiest u voorwaarts d.m.v. de toetsen
UP/DOWN en ENTER. Dan kan de Marquant GPS de navigatie
van waypoint B naar E beginnen.
Indien u de route navigatie gebruikt moet u teruggaan naar de spoor
uitzetten pagina om u spoor te zien en daarna naar de navigatie pagina
gaan om u bewegingsstatus te vinden, inclusie SOG, COG, DTD,
DTW, BRG. Op deze wijze bent u in staat uw weg te vinden.
Let op:
Voorwaarts en achterwaarts commandos kunnen alleen gebruikt
worden wanneer uw positie zich in het midden van de navigatie bevindt.
Elke keer als u gebruik maakt van de voorwaarts of achterwaarts
functie kan de unit slechts met 1 stap naar voren of achteren springen.
U kunt geen route uitzetten wanneer u aan het navigeren bent.