Operation Manual

FUNCTIES AFSTANDBEDIENING
VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
z Batterijen in de afstandsbediening steken
1. Verwijder het batterijdeksel aan de achterkant van de afstandsbediening.
2. Steek twee “AAA/UN-4” batterijen in.
z Steek de batterijen zo in dat de
+
en
-
uiteinden overeenkomen met de aanduiding in het batterijcompartiment.
3. Leg het deksel terug;
z Vervanging batterij
z Als de werking van de afstandsbediening onstabiel wordt of als de afstand waarover de afstandsbediening werkt korter
wordt, vervang dan de batterijen door nieuwe.
De afstandsbediening gebruiken
Om de afstandsbediening te gebruiken, wijs je naar de SENSOR VOOR DE AFSTANDSBEDIENING en druk zacht maar goed
op de knoppen. Afstandsbediening is mogelijk binnen 6m. Maar het bereik van de afstandsbediening is minder ver als de
bediening in een hoek gebruikt wordt. Gebruik daarom de bediening voor de SENSOR VOOR DE AFSTANDSBEDIENING
voor maximum afstand.
Stel de SENSOR VOOR DE AFSTANDSBEDIENING niet bloot aan fel licht (rechtstreeks zonlicht of kunstmatig licht) en zorg
ervoor dat er geen obstakels zijn tussen de SENSOR VOOR DE AFSTANDSBEDIENING en de afstandsbediening.
1. CD/USB-TOETS
2. START/PAUZE-toets
3. VOLGENDE + toets
4. STOP-toets
5. PROG. toets
6. FOLDER OMHOOG toets
7. VORIGE – toets
8. MODUS-toets
LUIDSPREKERS AANSLUITEN
Sluit de luidsprekers aan op de rode en zwarte uiteinden aan de achterkant van het apparaat, zoals je ziet op de tekening.
Gebruik de R-uiteinden voor de rechter luidspreker en L-uiteinden voor de linker. Doe het klepje van het rode of zwarte
uiteinde naar beneden; steek de draad van de luidspreker in en klap het klepje terug om de draad op zijn plaats te
houden.
AANSLUITING HOOFDEENHEID
Zorg ervoor dat alle onderdelen en luidsprekers goed zijn aangesloten.
Controleer of de aangeduide voltage van je eenheden overeenkomen met de voltage van je stroomtoevoer
(230V-240VAC~50Hz). Steek de wisselstroomstekker in wisselstroomstopcontact.