Operation Manual

LCD AFLEESVENSTER
1
2
3
5
4
7
8
6
10
11
12
13
14
9
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
1. TAPE Indicator – Geeft aan dat het apparaat in de cassettemodus staat
2. TUNER Indicator – Geeft aan dat het apparaat in de tunermodus staat
3. CD Indicator – Geeft aan dat het apparaat in de CD-modus staat
4. REPEAT Indicator – Herhaal indicatie.
5. ROCK Indicator – Dit is de keuze van de Equalizer.
6. INTRO Indicator – Indien voor Intro is gekozen.
7. CLASSIC Indicator – Dit is de keuze van de Equalizer.
8. POP Indicator – Dit is de keuze van de Equalizer.
9. RANDOM Indicator – Geeft de willekeurige volgorde weer van het afspelen.
10. E-BASS Indicator – Aanduiding extra bassen
11. STEREO Indicator – Indicatie stereozender
12. MEMORY Indicator – Geheugenindicatie
13. SYNC REC Indicator – Gaat aan als er wordt opgenomen van CD
14. SNOOZE Indicator – Snooze functie “aan”
15. TIMER Indicator – Indicatie timer aan
16. REMAIN Indicator – Nog af te spelen tijd..
17. MUTE Indicator – Mute indicatie
18. SLEEP Indicator – Weergave uitschakeltijd slaaptimer
19. Radio Frequency Unit Indicator – Indicatie afstemfrequentie van de tuner
20. Multi-function Indicator – Indicatie multifunctie
21. PM Indicator – AM/Pm tijdsindicatie
22. MW Indicator – MW bandkeuze










