Operation Manual

CD-SPELER
Cd's inleggen en eruit halen
Om cd's in het toestel te leggen, de cd in de gleuf (5) schuiven. De weergave van
de cd begint.
Op het display verschijnt S--CDP (d.w.z. zoek titel). Om de cd eruit te halen, drukt u op de toets
EJECT (4).
De weergave wordt afgebroken en de cd wordt uit het toestel geworpen. Het toestel schakelt om op
de modus Radio.
Titel overslaan
Op de toets TUNE |<< (16) of >>| (17) drukken om over te gaan naar de volgende titel.
Het nummer van de titel verschijnt op het display (8).
Cd onderbreken
Tijdens de weergave op de toets PAU (20) drukken om de weergave van de cd te onderbreken.
Wanneer u nog eens op de toets PAU (20) drukt, gaat de weergave door.
Snel vooruitspoelen en terugspoelen
Tijdens de weergave wat langer op de toets TUNE |<< (16) of op toets >>| (17) drukken om snel
vooruit te spoelen of terug te spoelen.
Alle titels afspelen
Op de toets SCN (21) drukken; de eerste 10 seconden van elke titel worden afgespeeld. Wanneer
u nog eens drukt op de toets SCN (21), wordt de normale weergave gestart.
Eén titel herhalen
Op de toets RPT (22) drukken om dezelfde titel te herhalen. Wanneer u nog eens drukt op de toets
RPT (22), wordt de functie gedesactiveerd.
Random-weergave
Op de toets SHF (23) drukken om alle titels van de cd in willekeurige volgorde af te spelen.
Opmerking:
Wanneer u op een hobbelige weg rijdt, kan de cd overspringen. Na een korte inspeeltijd
verbetert de weergave. Overspringen kan helemaal geen kwaad voor de cd.
Vocht en een hoge luchtvochtigheidsgraad kunnen tot gevolg hebben dat de cd-speler slecht
functioneert. De verwarming van het voertuig inschakelen en de vochtigheid laten verdampen
alvorens u de cd-speler inschakelt.
Stel de cd-speler niet bloot aan extreem hoge of extreem lage temperaturen.
Rijd niet rond met een cd die half uit de invoergleuf steekt.
NL 12