Operation Manual

3. Radiobediening
1. BAND TOETS
Druk in RADIO modus op de BAND toets om de gewenste golflengte te selecteren en uw selectie zal op de LCD
weergegeven worden.
2. TUNE/SEEK UP/DOWN TOETSEN
Druk op de > of < toets op de afstandsbediening of druk de > of < toets op het voorpaneel om stapsgewijs vanaf
de huidige frequentie handmatig omhoog of omlaag af te stemmen op het gewenste station.
Houd één van de toetsen langer dan 2 seconden ingedrukt om automatisch omhoog of omlaag te zoeken naar
een beschikbaar station vanaf de huidige frequentie.
3. VOORINGESTELDE STATIONTOETSEN [1-6]
1) Houd één van de zes geheugentoetsen [1-6] ingedrukt om de huidige frequentie op te slaan.
2) Om de vooringestelde geheugenlocatie op te roepen, drukt u eerst op de BAND toets om de gewenste golflengte
te selecteren en vervolgens op één van de geheugentoetsen [1-6].
4. P.SCN TOETS
1) Wanneer u de P.SCN toets lang ingedrukt houdt, zoekt de radio vanaf de huidige frequentie en controleert het
niveau van de signaalsterkte totdat 1 zoekcyclus beëindigd is. Vervolgens worden de 6 sterkste stations
vooringesteld in de geheugenbanken van de corresponderende vooringestelde cijfertoetsen. De AS procedure
wordt geïmplementeerd in elke bank van de geselecteerde golflengte. Zodra de AS procedure voltooid is, voert de
radio een voorinstelling scan uit en na één voorinstelling scancyclus zal de scan stoppen en laat de radio het Nr. 1
station voor FM1 horen.
In FM golflengte kunnen FM 1, FM 2 en FM 3 één voor één geselecteerd worden.
2) Wanneer u de P.SCN toets kort indrukt, zoekt de radio naar elk vooringesteld station voor de huidige golflengte.
Wanneer het niveau van de signaalsterkte hoger is dan de drempelwaarde van het stopniveau, wacht de radio
enkele seconden op dat vooringestelde nummer en herstelt het geluid. Hierna vervolgt het zoeken. Na één
voorinstelling scancyclus stopt de scan en laat de radio het Nr. 1 station voor FM1 horen.
In FM golflengte kunnen FM 1, FM 2 en FM 3 één voor één geselecteerd worden.
5. STEREO/MONO TOETS
Druk op de ST toets om geluidmodus STEREO of MONO voor FM golflengte te selecteren.
6. LOC TOETS
1) Wanneer in RADIO modus het signaal van een verafgelegen radiostation erg zwak is en de ontvangstkwaliteit
tijdens het afstemmen laag, controleer dan of het woord LOC op de LCD verschijnt. Is dit het geval, druk dan op
deze toets om de LOC functie uit te schakelen en stem opnieuw af op het verafgelegen radiostation.
2) Wanneer in RADIO modus het signaal van een lokaal radiostation dusdanig sterk is dat tijdens het afstemmen de
ontvangstkwaliteit verstoord raakt, druk dan op deze toets om de LOC functie in te schakelen om het woord LOC
op de LCD weer te geven en stem opnieuw af op het lokale radiostation.
7. SETUP TOETS
Door op de SETUP toets te drukken kunt u een interface genaamd RADIO MENU oproepen, waaronder LOCAL,
TA VOLUME en REGION. Druk dan op de v of ^ toets om één van de onderwerpen te selecteren en vervolgens
op de > of OK toets om het te openen. Druk op de v of ^ toets om een onderliggend onderwerp te selecteren en
druk ten slotte op de OK toets ter bevestiging.