Operation Manual
23
TINT
Hiermee kunt u de tint van het beeld instellen.
KLEURVERZADIGING
Hiermee kunt u de kleurverzadiging van het beeld instellen.
SCHERPTE
Hiermee kunt u de scherpte van het beeld instellen.
4.24.5 LUIDSPREKERINSTELLINGEN
DOWNMIX
Hiermee kunt u het gewenste geluidseffect selecteren wanneer er geen centrale luidspreker en sub-woofer
aanwezig zijn. Er zijn 3 standen: LT/RT/ STEREO, VSS.
LT/RT: Kies deze optie wanneer u een schijf afspeelt met PRO LOGIC Dolby stereo-effect, zodat de
geluiduitvoer een echt bioscoopeffect krijgt.
STEREO: Als u deze optie kiest bij een 5.1 kanaals geluiduitvoer worden de linker- en rechterkanalen gebruikt;
bij een 2-kanaals geluiduitvoer worden de gewone 2 stereo-kanalen gebruikt.
VSS: Als u deze optie kiest bij het afspelen van een schijf die opgenomen is met 5.1 kanalen, wordt het
geluidssignaal uitgevoerd over de hoofdluidsprekers met VSS-effect.
4.24.6 DIGITALE INSTELLINGEN
UITVOERMODUS
Met deze optie kunt u de geluiduitvoer-modus instellen.
LINE OUT: Het geluidssignaal wordt linair gecomprimeerd, zodat het geluidsniveau lager is. U kunt deze
optie ’s nachts selecteren.
RF REMOD: Met deze optie wordt het geluidsniveau verhoogd. U kunt deze optie overdag selecteren.
DYNAMISCH BEREIK
Stel het dynamisch bereik in nadat u de compressie-modus LINE OUT geselecteerd heeft, zodat u de linaire
compressieverhouding kunt instellen. Wanneer u deze optie op FULL zet is de peak-to-peak-waarde minimaal;
wanneer u de optie op OFF zet is de peak-to-peak-waarde maximaal.
DUAL MONO
Met deze optie kunt u de gewenste geluidsuitvoer-stand instellen voor de linker- en rechtersignalen. Deze
optie is hoofdzakelijk voor Karaoke of AC3. Er zijn in totaal 4 standen:
STEREO, MONO L, MONO R, MIX MONO.