Operation Manual

INSTALLATIE
Opmerkingen:
• Installeer het toestel op een plaats 
waar het de bestuurder niet hindert bij
het rijden.
• Alvorens het toestel definitief te 
installeren, sluit u eerst de draden 
voorlopig aan en zorgt u ervoor dat 
alles goed is aangesloten en het 
systeem werkt zoals het hoort.
• Om geen problemen te ondervinden 
tijdens de installatie, gebruikt u alleen
de onderdelen die samen met het 
toestel zijn geleverd.
Door andere onderdelen te gebruiken,
kunnen defecten ontstaan.
• Raadpleeg uw dichtst bijgelegen 
verdeler als bij de installatie in uw 
wagen gaten moeten worden geboord
of andere wijzigingen moeten worden 
aangebracht.
• Installeer het toestel op een plaats 
waar het de bestuurder niet hindert of
waar het de passagier niet kan 
kwetsen bij plots remmen, bijv. bij een
noodstop.
• Wanneer de installatiehoek meer dan 
30° afwijkt van het horizontale vlak, is 
het mogelijk dat het toestel niet 
optimaal werkt.
• Installeer het toestel niet op een plaats
waar het kan worden blootgesteld aan
hoge temperaturen door bijv. direct 
zonlicht, aan warme lucht door bijv. de
verwarming, of nog aan veel stof, vuil 
of overmatige trillingen.
DIN MONTAGE VANAF DE
VOORZIJDE/ACHTERZIJDE
U kan dit toestel installeren vanaf de
voorzijde (meest gebruikte methode) of
via de achterzijde (waarbij van
schroefdraad voorziene gaten aan de
zijkanten van het toestel worden
gebruikt). Voor meer details, volgt u de
onderstaande methodes met bijgaande
illustraties.
DIN MONTAGE VANAF DE
VOORZIJDE (Methode A)
Installatie van het toestel
1. Dashboard
2. Houder
Plaats de houder in het dashboard. 
Kies het passende lipje 
overeenkomstig de dikte van het 
dashboard en buig het naar binnen 
toe zodat de houder goed op zijn 
plaats zit.
3. Schroef vast.
1. Dashboard
2. Moer (5mm)
30˚
(Fig. 1)
1
3
2
182
53
(Fig. 2)
1
2
6
5
4
3
7
49










