Installation Instructions
1 
C500.2 – C500.4 
  INSTALLATIE 
MONTAGE 
1.  Beslis waar je het toestel wil installeren. 
2.  Eenmaal de locatie bepaald is, plaats de versterker op de 
juiste plaats. Markeer waar de 4 gaten geboord zullen worden 
voor de montage. Gebruik de versterker NOOIT als sjabloon 
bij het boren. Het is heel gemakkelijk om op die manier de 
buitenkant van de versterker te beschadigen. 
3.  Verwijder de versterker. Boor vier gaten van 3.5mm. Als je 
de versterker wil monteren op een geperste plaat of op een 
houten wand, boor dan vier 3.0mm gaten. 
4.  Indien mogelijk: test het systeem alvorens de versterker 
definitief te monteren, om te garanderen dat het correct 
functioneert. 
5.  Monteer de versterker en gebruik hiervoor de vier 
bijgeleverde zelftappende schroeven. 
  AANSLUITINGEN 
ENERGIE-AANSLUITINGEN 
GND = massa-ingang 
 verbindt een stroomkabel met de tusseningang en een 
 bevestigingspunt op de carrosserie (bloot ijzer). 
REM = geschakelde + stroom wordt verbonden met de 
 Remremote-uitgang op de radio (12 Volt +) 
 Dient verbonden te worden met de positieve pool van de 
 Autobatterij – rechtstreeks – 
   OPGEPAST: voorzie een zekering tussen de positieve pool 
 van de batterij en de stroomkabel ( 50cm afstand houden). 
+12V = positieve aansluiting aan batterij. 
L+ = luidsprekeraansluiting links 
R+ = luidsprekeraansluiting rechts 
LINE-IN = dient verbonden te worden met de line-outuitgang op de 
 radio. – RCA-kabel - indien de verbinding correct 
 gebeurd, zal het groene lampje op de versterker 
 permanent branden wanneer de radio opstaat. 
OPGEPAST: zorg ervoor dat de rem en de B+ nooit met elkaar in 
verbinding komen (KORTSLUITINGSGEVAAR) 

