Operation Manual
127
Luchtlterkap
Luchtlterelement (spons)
Lus
5) Plaats de motor horizontaal en vul geleidelijk nieuwe motorolie bij tot aan de
markering van de bovengrens.
6) Draai na het bijvullen de olievuldop stevig vast, zodat deze niet kan
losraken en gaan lekken.
Als de olievuldop niet stevig wordt vastgedraaid, kan deze gaan lekken.
HET LUCHTFILTER REINIGEN
WAARSCHUWING: Schakel de motor uit, blijf uit de buurt van
open vuur en rook niet.
Controle- en reinigingsinterval: Dagelijks (iedere 10 bedrijfsuren)
Zet met de chokehendel de choke helemaal dicht en houd de carburateur vrij –
van stof of vuil.
De luchtlterkap verwijderen
Maak de haak op de luchtlterkap los door op de lus op de achterplaat te –
drukken.
Draai de bevestigingsbout los. –
Trek aan de luchtlterkap en verwijder hem. –
Het luchtlterelement reinigen
Verwijder de luchtlterelementen en tik ertegen om het vuil te verwijderen. –
In geval van ernstige verontreiniging: –
1) Verwijder het luchtlterelement (spons), dompel het in warm water of in
een oplossing van een mild schoonmaakmiddel in water, en droog het
grondig. Knijp er niet in en wrijf er niet over tijdens het wassen.
2) Reinig het luchtlterelement (papier) voorzichtig door ertegen te kloppen.
Als u de beschikking hebt over een persluchtpistool, plast u de perslucht
tegen de binnenkant van het luchtlterelement (papier). Het luchtlterele-
ment (papier) mag niet worden gewassen.
Alvorens het luchtlterelement (spons) terug te plaatsen, moet het grondig –
droog zijn. Als het luchtlterelement (spons) onvoldoende droog wordt
teruggeplaatst, kan dat leiden tot moeilijk starten.
Veeg olie die rondom de luchtlterkap en scheidplaat zit af met een –
poetsdoek.
De luchtlterkap bevestigen
Plaats het luchtlterelement (spons) en het luchtlterelement (papier). Steek –
het luchtlterelement (spons) helemaal in de luchtlterkap.
Steek de haak aan de zijkant op de luchtlterkap zoals aangegeven in –
de afbeelding, en duw de onderrand van de luchtlterkap omlaag tot de
haak zich met een klik stevig vastzet in de lus. Bevestig de luchtlterkap
vervolgens met de bevestigingsbout.
KENNISGEVING:
Reinig de luchtlterelementen meerdere keren per dag als onder extreem –
stofge omstandigheden wordt gewerkt. Vervuilde luchtlterelementen
verlagen het motorvermogen en bemoeilijken het starten van de motor.
Verwijder de olie op de luchtlterelementen. Als u blijft doorwerken terwijl –
de luchtlterelementen vervuild zijn met olie, kan de olie buiten het
luchtlter terechtkomen en tot milieuverontreiniging leiden.
Plaats de luchtlterelementen niet op de grond of op een vieze plaats. –
Er kan dan vuil of rommel aan blijven plakken waardoor de motor kan
worden beschadigd.
Gebruik nooit brandstof om de luchtlterelementen te reinigen. Ze kunnen –
door de brandstof worden beschadigd.
Achterplaat
Luchtlterelement
(spons)
Luchtlterkap
Scheidplaat
Luchtlterelement (papier)
Bevestigingsbout
TIPS VOOR HET OMGAAN MET OLIE
Gooi verbruikte motorolie nooit weg met het afval, op de grond, of in –
een rioolput. Het weggooien van olie is bij wet geregeld. Houd u bij
het weggooien altijd aan de betreffende wetten en regelgeving. In het
geval u hierover vragen heeft, neemt u contact op met een erkend
servicecentrum.
Olie verslechtert, ook wanneer de olie niet wordt gebruikt. Controleer en –
ververs de olie regelmatig (ververs de olie iedere 6 maanden).
Haak zijkant
Haak