Operation Manual

63
0,7mm-0,8mm
(0,028-0,032)
BOUGIE-CONTROLE
Gebruik enkel de originele bougiesleutel om een bougie te vervangen of te
controleren.
De afstand tussen de 2 elektroden moet 0,7-0,8 mm bedragen. Is de
afstand te groot of the nauw, stel deze bij. Als de bougie aangekoekt is,
vervang deze of maak deze schoon.
WAARSCHUWING: Raak nooit de bougiekabel aan met draaiende motor
(gevaar voor elektrische schok met hoog voltage).
SMEREN VAN HET DRIJFWEK
Smeren via de smeer-opening hittebestendig vet (Shell Alvania 2 of
gelijkwaardig) in het drijfwerk na iedere 30 draai-uren. (Speciaal MAKITA
smeervet is verkrijgbaar bij uw MAKITA-dealer.)
REINIGEN VAN HET BRANDSTOFFILTER
GEVAAR: ONTVLAMBARE MATERIALEN TEN
STRENGSTE VERBODEN
Interval voor reiniging en inspectie: Maandelijks (om de 50 bedrijfsuren)
Zuigkop in de benzinetank
Het brandstoffilter (1) van de zuigkop filtert de benzine voordat deze in de
carburateur komt.
Regelmatige controle van dit brandstoffilter is aanbevolen. Verwijder de
tankdop en haak de zuigkop naar buiten. Vervuilde of uitgeharde
brandstoffilters uitwisselen.
Onvoldoende benzinetoevoer door vervuilde zuigkoppen kunnen allerlei
storingen veroorzaken, wissel daarom regelmatig het brandstoffilter uit, op
zijn minst om de paar maanden.
BRANDSTOFLEIDING VERVANGEN
GEVAAR: ONTVLAMBARE MATERIALEN TEN
STRENGSTE VERBODEN
Interval voor reiniging en inspectie: Dagelijks (om de 10 bedrijfsuren)
Vervanging: Jaarlijks (elke 200 bedrijfsuren)
Vervang de brandstofleiding elk jaar, ongeacht hoe vaak u het apparaat
gebruikt. Brandstoflekkage kan brand veroorzaken.
Als u bij inspectie brandstoflekkage constateert, dient u onmiddellijk de
brandstofleiding te vervangen.
INSPECTIE VAN BOUTEN, MOEREN EN SCHROEVEN
Draai losgetrilde bouten, moeren enz. opnieuw vast.
Controleer of er brandstof- of olielekkage is opgetreden.
Vervang beschadigde of versleten onderdelen onmiddellijk door nieuwe om
een veilige werking van het apparaat te waarborgen.
REINIGEN VAN ONDERDELEN
Houd de motor altijd zo schoon mogelijk.
Houd de cilinders vrij van stof en vuil. Als de koelvinnen bedekt raken door
stof en vuil, kan de motor vastlopen.
VERVANGEN VAN PAKKINGEN EN AFDICHTINGEN
Wanneer u de motor opnieuw monteert nadat u het apparaat uit elkaar heeft gehaald, moet u de pakkingen en afdichtingen door nieuwe
vervangen. Onderhouds- of afstelwerkzaamheden die niet beschreven worden in deze handleiding mogen alleen worden uitgevoerd door een
erkende onderhoudsmonteur.
Brandstofleiding
Slangenklem
Brandstoffilter (1)
Brandstofleiding
Drijfwerk
Gat voor
smeervet