User manual

22
LED ook in- en uitgeschakeld. Het resultaat is een rood-groen
knipperlicht dat men met de drukknopschakelaar start en dat
vervolgens geleidelijk steeds zwakker wordt. Als de LED’s niet
knipperen, is waarschijnlijk de normale rode LED geïnstal-
leerd, die u kunt herkennen aan de enigszins dof gekleurde
behuizing.
De knipperende LED
De knipperende LED bevat een elektronische schakelaar, die
uit een transistor bestaat. Maar er zijn meer transistors en
andere componenten nodig, die samen een complex circuit
vormen en de taak hebben om de exacte timing te regelen. Het
geheel is op een klein stukje silicium opgebouwd, dat naast
het LED-kristal is geïnstalleerd. Later zal een apart knipperend
circuit worden gebouwd om te begrijpen hoe dit werkt.
Het is duidelijk dat de groene LED nooit helemaal uitdooft in
de knipperpauzes, maar nog zwak blijft branden. De reden is
dat er geen stroom door het rode LED-kristal stroomt, maar
wel door de andere delen van het circuit. Daarom blijft er
een kleine stroom over in de uit-stand, waardoor de groene
LED nog zwak blijft branden.