Instructions

15
Spel en kennis in het elektronisch laboratorium
Om het eerste programma te starten, moet je de aansluiting A met
de aansluiting B verbinden. Daarnaast moet de luidspreker worden
aangesloten. Hij heeft twee aansluitingen, SP1 en SP2, die met de
aansluitingen MS13 en MS14 van de microcontroller verbonden
moeten zijn. De afkorting SP staat voor Speaker (luidspreker). Zodra
u de batterij heeft aangesloten, hoort u een helder geluid.
11
Een geluid uit de microcontroller
Wanneer u de microcontroller-
module omdraait, ziet u op de
achterkant van de printplaat een
zwarte bobbel die de eigenlijke
microcontroller beschermt. Deze
bestaat uit een klein schijfje uit
silicium, dat ook chip wordt
genoemd. Daarop bevinden
er zich zeer veel zeer
kleine onderdelen. Het zijn
hoofdzakelijk transistors die
met complexe schakelingen
met verschillende taken zijn
verbonden. Enkele daarvan zijn
voor het maken van geluiden
verantwoordelijk en zijn met
de aansluitingen MS13 en
MS14 verbonden, waarop
de luidspreker aangesloten
is. Telkens wanneer je in een
constructie een luidspreker
gebruikt, wordt hij precies hier
aangesloten. Dit is precies zo
met andere modules die telkens
opnieuw aan dezelfde aansluiting
horen. Na enige experimenten ken
je deze aansluitingen heel goed.
Je weet dan waar een LED, een
schakelaar en een potentiometer
aangesloten kunnen worden.
Op de printplaat vind je nog
talrijke andere onderdelen.
De meeste zijn weerstanden
(R1, R2 …). Ze dienen om de
microcontroller te beschermen
doordat ze stroomsterkte
begrenzen. Wanneer je eens een
fout begaat, gaat niet onmiddellijk
alles stuk. Bovendien zijn er
enkele silicium-dioden (D2, D3
…), die precies zoals lichtdioden
de stroom slechts in een richting
leiden. Ok deze helpen om
bepaalde fouten te vermijden
en om de microcontroller te
beschermen. Bovendien vindt men
talrijke condensatoren (C4, C5
…), die voor de beschermingen
tegen storingen zeer belangrijk zijn
en verschillende andere taken te
vervullen hebben.