Operation Manual

59
ONDERHOUD
MakerWare for Digitizer corrigeert kleine veranderingen in de laseruitlijning zelf, dus u hoe de
laseruitlijning waarschijnlijk nooit handmatig aan te passen. Maar als er tegen de MakerBot
Digitizer aan wordt gestoten of als het apparaat wordt geschud, kan dit laseruitlijning zodanig
beïnvloeden dat deze handmatig moet worden aangepast.
Neem, voordat u de stand van de lasers handmatig wijzigt, contact op met MakerBot
Support via een e-mail naar support@makerbot.com en bevestig dat de lasers niet correct
zijn uitgelijnd. De lasers zijn niet correct uitgelijnd als een laserlijn duidelijk niet verticaal is of
als twee laserlijnen elkaar op een ander punt kruisen dan in het centrum van de draaischijf.
Elke laser hee twee verstelschroeven. Met de binnenste schroef aan elke kant kunt u
de richting van de laser aanpassen. Met de buitenste schroef kunt u de hoek van de laser
aanpassen. Tijdens het laseruitlijningsproces gebruikt u de Torxsleutel (T15) om de hoek
en de richting van elke laser aan te passen.
DE LASERUITLIJNING HANDMATIG AANPASSEN
1. Kies Align Lasers (Lasers uitlijnen) uit het Scanner-menu. Beide lasers worden
ingeschakeld.
2. Plaats het kalibratiehulpmiddel op de draaischijf met de letter A naar boven en steek
het uitsteeksel aan de onderrand van het kalibratiehulpmiddel in het gat in het midden
van de draaischijf. Richt het hulpmiddel zo, dat de voorzijde van de camera af is gericht.
3. Pas de hoek van de linkerlaser aan met de torxsleutel (T15). Elke keer als de laser een
stukje verder draait, voelt u de schroef klikken. Draai de buitenste verstelschroef [4]
totdat de laserlijn zo verticaal mogelijk is. Draai de schroef met de klok mee om de
laserlijn met de klok mee te draaien en draai de schroef tegen de klok in om de laserlijn
tegen de klok in te draaien.
Voorzichtig: Het draaibereik van de verstelschroef voor aanpassing van de hoek
is beperkt. Gebruik niet teveel kracht om de schroef te draaien.
4. Pas de richting van de linkerlaser aan. Draai de binnenste verstelschroef [3] totdat de
laserlijn is uitgelijnd met de ruglijn van het kalibratiehulpmiddel. Draai de verstelschroef
met de klok mee om de laserlijn naar links te bewegen en draai de schroef tegen de klok
in om de laserlijn naar rechts te bewegen.
5. Pas de richting van de rechterlaser aan. Elke keer als de laser een stukje verder draait,
voelt u de schroef klikken. Draai de buitenste verstelschroef [1] totdat de laserlijn zo
verticaal mogelijk is. Draai de schroef met de klok mee om de laserlijn met de klok mee
te draaien en draai de schroef tegen de klok in om de laserlijn tegen de klok in te draaien.
Laseruitlijning
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD