Operation Manual
45
KLANTENSERVICE
0900 - 0400.672
MODEL : IPC-1A
De alarm-connector aan de achterkant van de bewakingscameraheeft vier aansluitingen:
1) Alarm-uitgang (GND)
2) Alarm-uitgang (+5V)
3) Alarm-ingang (source)
4) Alarm-ingang (GND)
Op de alarmuitgang (1 en 2) kan een extern apparaat als een alarmgever, een sirene of
FFOEFVSPQFOFSXPSEFOBBOHFTMPUFO)JFSXPSEUFFOTJHOBBMBGHFHFWFO[PESBEFEJHJUBMF
uitgang met de hand is ingeschakeld of als de digitale uitgang voor alarmmeldingen is gese-
lecteerd en de bewakingscamera een alarm detecteert.
Als de contacten van de alarmingang (3 en 4) extern met elkaar worden verbonden, wordt er
een alarm geactiveerd. Daarbij kan de verbinding via een schakelaar of een relais plaatsvin-
den, bijvoorbeeld via een bewegingsmelder of andere alarm afgevende apparaten. Is er een
alarmsignaal geactiveerd, dan wordt er overeenkomstig de bovenstaande instellingen een
melding afgegeven.










