Operation Manual

Navigatieschermen
18
Op de plaats van de twee gegevensvelden onderin het scherm kunt u ook gegevens over de straat waar u zich
bevindt laten weergeven.
Zo geeft u straatinfo weer:
1. Druk vanuit de schermkaart op MENU.
2. Markeer met de joystick de optie Pag. aanpassen.
3. Druk op ENTER.
4. Markeer met de joystick Straatinfo.
5. Druk op ENTER.
De standaard oriëntatie voor de schermkaart is Noord up. Dit betekent dat de bovenkant van het scherm altijd
naar het ware noorden is gericht. De oriëntatie kan worden gewijzigd om de bovenkant van het scherm
bruikbaarder te maken. U kunt kiezen uit:
Noord up. [standaard] De bovenkant van het scherm is altijd naar het ware noorden is gericht.
Koers up. De bovenkant van het scherm geeft de richting weer waarin u koerst. (als er geen route actief
is, geeft de bovenkant van het scherm in deze modus altijd het ware noorden aan.)
Track up. De bovenkant van het scherm past zich aan uw koers aan. (als u zich niet voorbeweegt, geeft
de bovenkant van het scherm in deze modus het ware noorden aan.)
NB: Als Koers up of Track up actief zijn, wordt er rechtsboven in het scherm een noordindicator weergegeven.
De pijl wijst in de richting van het ware noorden.
Zo wijzigt u de maporiëntatie:
1. Druk vanuit de schermkaart op MENU.
2. Markeer met de joystick de optie Kaartconfiguratie.
3. Druk op ENTER.
4. Markeer met de joystick het veld Oriëntatie.
5. Druk op ENTER.
6. Markeer met de joystick de optie Noord up, Koers up of Track up.
7. Druk op ENTER.
8. Druk op de knop NAV om terug te gaan naar de schermkaart.
Straatgegevens weergeven
Kaartoriëntatie wijzigen