Operation Manual

De eXplorist XL gebruiken
12
Stap twee: Waar wilt u naartoe?
De eXplorist weet nu waar u bent. Vervolgens kunt u vertellen waar u naartoe wilt. Er zijn veel verschillende
manieren waarop dit kan, maar de meest eenvoudige en meest gebruikte manier is via een GOTO-route. Dit is
een route in één etappe met een startpunt (waar u nu bent) en een bestemming (waar u naartoe wilt). De
bestemming wordt gekozen met behulp van de databaseBezienswaardigheden. Deze database heeft twee
hoofdfuncties; posities die u hebt opgeslagen (POI’s) of Points of Interest die standaard op uw eXplorist zijn
voorzien (Achtergrondkaart).
Het aanmaken van een GOTO-route is niet meer dan het indrukken van de knop GOTO en het kiezen van een
bestemming uit de database van bezienswaardigheden.
Stap drie: Voortbeweging berekenen
Als u zich voortbeweegt, berekent de eXplorist continu nieuwe posities, waarbij de nieuwe positie steeds wordt
vergeleken met vorige posities om bijvoorbeeld koers en snelheid te bepalen. Dit is allemaal het werk van de
interne software van de eXplorist, die communiceert met satellieten en alles direct op het scherm weergeeft.
Stap vier: Richting aangeven
De eXplorist berekent continu een directe lijn van uw huidige positie naar uw bestemming. Hiermee worden
instructies gegeven om u langs deze weg te leiden. Tenzij u zich op een groot open water bevindt, is het niet
waarschijnlijk dat u deze instructies nauwkeurig kunt opvolgen. Om dit te compenseren werkt de eXplorist de
route automatisch bij, om u te voorzien van de meest actuele gegevens over het bereiken van uw bestemming.
De eenvoudigste en meest gebruikte functie van de eXplorist XL bestaat uit GOTO-routes. Door alleen de knop
GOTO te gebruiken voorziet de eXplorist u van alle gereedschappen om u naar één van de bezienswaardigheden
uit de database te brengen.
Een andere, veel gebruikte, functie van de eXplorist is het opslaan van uw positie in de database met
bezienswaardigheden. Deze functie bereikt u door de toets MARK in te drukken. Bij het opslaan van een positie
kunt u ook attributen toevoegen, zoals een icoon of een naam voor de bezienswaardigheid. Hiermee kunt u de
betreffende bezienswaardigheid in de toekomst eenvoudiger in de database vinden.
Stel dat u een kampement opmaakt. Morgen bent u van plan om de natuur te gaan verkennen, waarna u weer
naar uw huidige kampement wilt terugkeren. Druk op de knop MARK en geef de bezienswaardigheid de naam
"kamp". Druk als uw trektocht voltooid is gewoon op de GOTO-knop en selecteer “Kamp” uit de lijst met POI’s.
Zo eenvoudig is het om de weg terug te vinden.
Tijdens het vissen op het meer komt u op een plek waar u erg veel kunt vangen. Volgend jaar wilt u weer naar
dezelfde plek terugkeren. Schakel de eXplorist in en druk, nadat deze uw positie heeft berekend, op de knop
MARK om deze plek op te slaan. U kunt bijvoorbeeld de naam "Meerval1" gebruiken om deze
bezienswaardigheid op te slaan. Volgend jaar kunt u met een druk op de knop GOTO weer naar deze plek
terugkeren.
Een eenvoudiger situatie die vaker voorkomt is het vinden van uw auto op de immense parkeerplaats bij het
winkelcentrum. Parkeer uw auto, stap uit en laat de eXplorist uw positie berekenen. (zorg dat u vrij zicht op de
open lucht hebt.) Gebruik de knop MARK om deze positie op te slaan onder de naam "Auto". Als u klaar bent
met winkelen loopt u het winkelcentrum uit en maakt u een GOTO-route aan met de bestemming "Auto".
Ongeacht waar u hebt geparkeerd, de eXplorist brengt u eenvoudig terug naar uw auto.
Uw positie opslaan