Operation Manual
Magellan eXplorist Instellingen
Magellan eXplorist 510 / 610 / 710 Handleiding 32
Geocache Waypoints weergavecriteria
instellen
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Geocache en selecteer de
criteria die gebruikt worden om te selecteren
welke geocache waypoints op de kaart
getoond moeten worden.
De weergavestijl van waypoints instellen
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Waypoints en selecteer
hoe waypoints op de kaart worden
weergegeven (Pictogrammen, Pictogrammen
en naam, of Uit).
POI Waypoints (aan/uit)
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst POI en selecteer of POI-
waypoints op de kaart worden weergegeven.
Pictogram huidige locatie instellen
Als Intelligente pijl is geselecteerd, verandert
het pictogram voor de huidige locatie van kleur,
waarmee wordt aangegeven hoe goed u op koers
bent om de bestemming te bereiken.
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Pictogram huidige locatie
en selecteer Intelligente pijl of Standaard pijl.
Auto zoom (aan/uit)
Auto zoom stelt de schaal van de kaart automatisch
in om de actieve route optimaal weer te geven.
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzeijst Auto zoom en selecteer
Aan of Uit.
3. Tik op de keuzelijst Snelinfo en selecteer wat
getoond wordt als pop-upinformatie wordt
weergegeven.
Positie bestemmingslijnen wisselen (aan/uit)
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Positie bestemmingslijn
en selecteer of de lijn op de kaart wordt
weergegeven als een route actief is.
Oorsprong bestemmingslijnen wisselen (aan/
uit)
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Oorsprong bestemmingslijn
en selecteer of de lijn op de kaart wordt
weergegeven als een route actief is.
Trajectlijnen wisselen (aan/uit)
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Tracks weergeven en
selecteer of tracklijnen worden weergegeven.
Het niveau van kaartdetails instellen
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Kaartdetails en selecteer
het niveau van de details die op de kaart
worden weergegeven.
Topo-lijnen in/uitschakelen
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Topo-lijnen weergeven en
selecteer of topo-lijnen worden weergegeven.
Niveau Schaduw relief instellen
1. Open het menu Instellingen.
2. Tik op de knop Kaartopties.
3. Tik op de keuzelijst Schaduw reliƫf en
selecteer hoe de kaart schaduwreliƫf moet
weergeven.