Operation Manual

Magellan eXplorist 110 Gebruikershandleiding 10
Waypoints
Waypoints zijn vaste locaties met een bepaalde lengtegraad en breedtegraad die u op de ontvanger kunt
opslaan. Waypoints kunnen een bestemming markeren, een punt langs de weg naar een bestemming, of een
referentiepunt. In de eXplorist-ontvanger kunt u opgeslagen waypoints met unieke namen en pictogrammen
bewerken zodat u het waypoint in een lijst of op een kaart kunt terugvinden.
De lijst met waypoints
De lijst met waypoints openen
1. Druk in het kaartscherm op BACK.
2. Selecteer het pictogram Waypoints. Alle
opgeslagen waypoints worden als lijst
weergegeven.
U kunt de joystick niet recht naar 'Start' duwen als u
dit scherm voor het eerst opent.
De lijst met waypoints sorteren
1. De lijst met waypoints openen.
2. Druk op MENU.
3. Selecteer Sorteren en zoeken.
4. Selecteer sorteren op Dichtstbij,
Aanmaakdatum, Type of Naam.
Met het keuzemenu Weergeven selecteert u
Alle of geeft alleen Favorieten weer.
5. Selecteer de BACK-knop om terug te keren
naar de lijst met waypoints.
Naar een opgeslagen waypoint zoeken
1. De lijst met waypoints openen.
2. Druk op MENU.
3. Selecteer Sorteren en zoeken.
4. Selecteer Zoeken op naam.
5. Gebruik het toetsenbord om de eerste paar
tekens van de naam van het gezochte
waypoint in te voeren.
6. Selecteer het groene vinkje.
7. De lijst met waypoints wordt weergegeven met
de zoekresultaten.
Een opgeslagen waypoint bewerken
1. De lijst met waypoints openen.
2. Selecteer de naam van het te bewerken
waypoint.
3. De pagina Beschrijving waypoint wordt
weergegeven.
Pictogram: Selecteer het waypoint-pictogram
om een nieuw pictogram te kiezen.
Naam: Selecteer de naam van het waypoint
en gebruik het toetsenbord om een nieuwe
naam te typen.
Beschrijving: Selecteer Beschrijving.
Selecteer het scherm onder de knop
Beschrijving. Gebruik het toetsenbord om
een beschrijving voor het waypoint te typen.
Selecteer het pictogram Vorige als u klaar
bent.
Locatie: Selecteer Locatie. Selecteer
het coördinatenveld Primair of Secundair.
Selecteer de te wijzigen coördinaat en gebruik
het toetsenbord om nieuwe waarden in te
voeren.